602

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Zoek 

je plek

Pak je

spullen

Deze les:

HW nakijken 

Verder met H6:

- De zes verschillende energiesoorten

Aan de slag:

- Opdracht 21 en 22

10  min 

15 min

15 min

 

Hoeveel arbeid verricht een hardloper tijdens een marathon als hij gemiddeld 250 N spierkracht gebruikt?

Antwoord 3a

• Fz = m x g
• Fz = 92 x 9,81
• Fz = 902,52 N
• Fz = 0,90 kN

Antwoord 3b

• W = F x s
• W = 902,52 x 0
• W = 0 J

Antwoord 3c

• s = 3,0 dm = 0,3 m
• F = 96 N
• W = F x s
• W = 96 x 0,3
• W = 28,8 N
• W = 29 N

Antwoord 4a

• Fz = m x g
• Fz = 4,6 x 9,81
• Fz = 45,126 N
• Fz = 45 N

Antwoord 4b

• De spierkracht hoeft bij een schuivende tas alleen de schuifwrijvingskracht te overwinnen.

Antwoord 4c

• W = F_spier x s
• W = 23 x 0,34
• W = 7,82 N
• W = 7,8 N

Antwoord 4d

• W = F_w,s x s
• W = -17 x 0,34
• W = -5,78 N
• W = -5,8 N

Antwoord 5c

W_tot = W₁ + W₂

• Wtot = 7,82 + -5,78 
• Wtot = 2,04 N
• Wtot = 2,0 N

W_tot = F_res x s

• F_res = 23 - 17 = 6,0 N
• W_tot = 6,0 x 0,34
• W_tot = 2,04 N
• W_tot = 2,0 N

Elektrische energie:

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Stralingsenergie:

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Stralingsenergie:

E​el​​=P⋅t

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Stralingsenergie:

E​el​​=P⋅t

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Stralingsenergie:

E​el​​=P⋅t

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

E​z​​=m⋅g⋅h

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Stralingsenergie:

E​el​​=P⋅t

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

E​z​​=m⋅g⋅h

Q

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Stralingsenergie:

E​el​​=P⋅t

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

E​z​​=m⋅g⋅h

Q

E​ch​​=r​V​​⋅V

E​ch​​=r​m​​⋅m

Elektrische energie:

Bewegingsenergie

of kinetische energie

Zwaarte-energie

Warmte

Chemische energie:

Stralingsenergie:

E​el​​=P⋅t

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

E​z​​=m⋅g⋅h

Q

E​ch​​=r​V​​⋅V

E​ch​​=r​m​​⋅m

E​st​​

H2 Elektriciteit

6.4 Energie door verbranding

H5 Straling

6.2 Mechanische energiesoorten

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

E​st​​→E​el​​

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

E​el​​→E​st​​+Q

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

E​el​​→Ez

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

E​z​​→E​el​​

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

E​k​​→E​el​​

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

Welke energie omzetting vindt er plaatst in dit apparaat?

E​el​​+E​ch​​→E​k​​

Maak:                            

21 en 22

Antwoord 21a

Laagste punt: 

• Ez = m ∙ g ∙ h 
• Ez = 2,0 × 9,81 × 0,85 
• Ez = 16,7 = 17 J

Hoogste punt

• Ez = m ∙ g ∙ h
  
• Ez = 2,0 × 9,81 × 4,7
  
• Ez = 92,2 = 92 J

Antwoord 21b

• ∆Ez = Ez,hoog - Ez,laag
• ∆Ez = 92,2 - 16,7 = 75,5 = 76 J

21

22

Antwoord 22a

• m = 65 kg
• v = 18km/h = 18/3,6 = 5,0 m/s
• Ek = 1/2 x m x v²
• Ek = 1/2 x 65 x 5,0²
• Ek = 813 J = 0,81 kJ

Antwoord 22b

• v = 9,0km/h = 9/3,6 = 2,5 m/s
• Ek = 1/2 x m x v²
• Ek = 1/2 x 65 x 2,5²
• Ek = 203 J = 0,20 kJ

21

22

Antwoord 22c

• m = 65 kg
• Ek = 813 / 2 = 406,5 J

21

22

Antwoord 22c

• m = 65 kg
• Ek = 813 / 2 = 406,5 J

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

21

22

Antwoord 22c

• m = 65 kg
• Ek = 813 / 2 = 406,5 J

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

v=​⎷​​​​​​​​​⎝​⎜​⎛​​​​2​​1​​⋅m​​E​k​​​​​⎠​⎟​⎞​​​​​

21

22

Antwoord 22c

• m = 65 kg
• Ek = 813 / 2 = 406,5 J

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

v=​⎷​​​​​​​​​⎝​⎜​⎛​​​​2​​1​​⋅m​​E​k​​​​​⎠​⎟​⎞​​​​​=​⎷​​​​​​​​​⎝​⎜​⎛​​​​2​​1​​⋅65​​406,5​​​⎠​⎟​⎞​​​​​

21

22

Antwoord 22c

• m = 65 kg
• Ek = 813 / 2 = 406,5 J
  
  
• Ek = ½ × m × v² = 406,5
•          ½ × 65 × v² = 406,5
•              32,5  × v² = 406,5
  
  
• v^{2 =} 406,5 / 32,5 = 12,50
• v = √12,50 
• v = 3,53 = 3,5 m/s

21

22

Huiswerk:                            

623