Omgaan met geldzaken

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Omgaan met geldzaken en schulden.

Burgerschap - DZ1

16-06-2025

2 Regels

Check-in!

- Planning voor dit blok

- Leerdoelen

- Voorkennis activeren

- Uitleg

- Itslearning opdrachten

- Quizspel 

- Afsluiten

Planning 

Leerdoelen:

Aan het eind van deze les kan je uitleggen aan je medestudent wat de risico’s van lenen zijn.

Aan het eind van deze les kan je naar de mening van een ander luisteren over de vormen van lenen.

Aan het eind van deze les kan je de drie toeslagen benoemen waar je recht op hebt vanaf je 18e.

Voorkennis activeren!

https://create.kahoot.it/share/voorkennis-omgaan-met-geldzaken/0681c9bd-362c-44fe-9316-3c954a0d29d4

Toeslagen waar je recht op hebt vanaf je 18e:

• Zorgtoeslag
• Huurtoeslag
• Studietoeslag/studiefinanciering (DUO)

Vormen van lenen:

1. Van een vriend of familielid

2. Lenen bij de bank

3. DUO

4. Kopen op afbetaling (Klarna)

Risico's van lenen:

• Boetes bij te late betaling.
• Stress, wat invloed heeft op je gezondheid.
• Minder financiële vrijheid.
• Verleiding om nog meer te lenen.

Schulden

1. Formele schuld = Schuld die officieel is en vastgelegd staat bij een bank of bedrijf.

2. Informele schuld = Schuld die je hebt bij vrienden of familie, het is niet officieel.

Wat is een toeslag?

1. Een extra belasting die je moet betalen.
2. Geld/hulp van de overheid.
3. Een boete als je te laat betaalt.
4. Een lening van de bank.

Hoe heet de toeslag die je kunt krijgen voor je zorgverzekering?

1. Zorgtoeslag
2. Studietoeslag
3. Huurtoeslag
4. Kindertoeslag

Wat betekent ‘op afbetaling kopen’?

1. Je betaalt het volledige bedrag in één keer.
2. Je krijgt korting als je later betaalt.
3. Je betaalt het in delen, of dertig dagen later.
4. Je betaalt het nooit meer.

Wat is een informele schuld?

1. Een lening bij de bank.
2. Een schuld bij een incassobureau.
3. Een schuld bij de belastingdienst.
4. Geld dat je leent van een vriend of familielid.

Sophie is 18 jaar en heeft nog steeds recht op kinderbijslag.

1. Waar.
2. Niet waar.

Check-uit!

• Volgende week verder met hoofdstuk: werk en inkomen.
• Bedankt voor je inzet! :)