TA6 8.1.4 (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord

doel:
 Ik leer wat een bijvoeglijk naamwoord is.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

doel:
 Ik leer wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 1 - Slide

Terugblik 
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Kan je een voorbeeld geven?

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord. 

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
Voorbeeld:
- de grote auto
- een makkelijke opdracht

Slide 5 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De gouden ring zit om mijn vinger.

A
gouden
B
ring
C
De
D
vinger

Slide 6 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De opgegeten boterham
A
boterham
B
opgegeten
C
staat er niet bij
D
De

Slide 7 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De grote auto rijdt door de straat.
A
grote
B
auto
C
De
D
rijdt

Slide 8 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Het bronzen beeld staat in het park.
A
beeld
B
bronzen
C
park
D
Het

Slide 9 - Quiz

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal het zelfstandig naamwoord is gemaakt.
Voorbeeld:
-de ijzeren auto
-de houten kruk


Slide 10 - Slide

Uitzonderingen
Nieuwe materialen schrijven we niet met -en. 
Een paar voorbeelden zijn:
polyester
plastic
nylon
suède

Slide 11 - Slide

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Jij krijgt een nieuw bed.

A
Jij
B
krijgt
C
nieuw
D
zit er niet in.

Slide 12 - Quiz

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

In mijn haar zit een elastieken bandje.

A
mijn
B
haar
C
elastieken
D
bandje

Slide 13 - Quiz

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Fem draagt een linnen broek.
A
Britte
B
linnen
C
broek
D
zit er niet in

Slide 14 - Quiz

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Siem bouwt een stenen muurtje.
A
bouwt
B
stenen
C
zit er niet in
D
muurtje

Slide 15 - Quiz

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet

Slide 16 - Poll

Jullie kunnen verder werken aan de les in Snappet. 
Thema 8, week 1-Les 4
Succes!

Slide 17 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 18 - Slide

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 19 - Slide