2V pronom démonstratif + prendre

Aujourd'hui au programme:
- Ça va?
- Les dernières semaines (planning)
- Le pronom démonstratif
- Le verbe Prendre
- Les devoirs de cette semaine...

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui au programme:
- Ça va?
- Les dernières semaines (planning)
- Le pronom démonstratif
- Le verbe Prendre
- Les devoirs de cette semaine...

Slide 1 - Slide

COMMENT ÇA VA?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Link

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

________ magazine (m)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 10 - Quiz

______ soirée [vrouwelijk]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 11 - Quiz

... chanteuses
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 12 - Quiz

_______ émission (v)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 13 - Quiz

_______ billet [mannelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 14 - Quiz

______agenda [mannelijk]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 15 - Quiz

.... étudiante est italienne.
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Le présent (o.t.t.):

Slide 21 - Slide

Prendre: le passé composé (v.t.t.)
j'ai pris
tu as pris
il/elle/on a pris

nous avons pris
vous avez pris
ils/elles ont pris

Slide 22 - Slide

Vertaal: Tu prends
A
Ik neem
B
Zij neemt
C
Jij neemt
D
Hij neemt

Slide 23 - Quiz

Vertaal: "Elles prennent"
A
Zij neemt
B
Zij nemen
C
Hij neemt
D
Wij nemen

Slide 24 - Quiz

Vertaal: Nous avons pris le train
A
Jullie hebben de trein genomen
B
Wij hebben de trein genomen
C
Jij hebt de trein genomen
D
Zij hebben de trein genomen

Slide 25 - Quiz

D'accord, je prends un coca.
A
OK, neem jij iets te drinken?
B
OK, jij neemt een cola.
C
OK, ik neem een cola.
D
OK, hij neemt een cola.

Slide 26 - Quiz

nous (prendre)
A
prends
B
prendons
C
prenons
D
prenez

Slide 27 - Quiz

Vervoeg in de présent:

Vous ... (prendre) le taxi.
A
prends
B
prenez
C
prennent
D
prend

Slide 28 - Quiz

Welke is onjuist?
A
nous prenons
B
ils prennent
C
tu prends
D
je prend

Slide 29 - Quiz

Les devoirs de cette semaine:
1. Chapitre 6, exercices 26,  + 22, 23 en 27,  en ligne

2. Challenge #2: ‘post’ een foto in je document van iets wat je ziet/bezoekt/meemaakt/eet o.i.d. met onderschrift in het Frans waarin je correct gebruik maakt van le pronom démonstratif (ce/cette/cet/ces).

 

Slide 30 - Slide