Werkwoordspelling Engelse werkwoorden

Nederlands
Werkwoordspelling in het Nederlands van 
Engelse werkwoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Werkwoordspelling in het Nederlands van 
Engelse werkwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke Engelse werkwoorden ken je?

Slide 3 - Open question

Persoonsvorm tegenwoordige tijd






Volleybal/paintball      stres/pass
passen
daten
uploaden
Ik
ik-vorm
pass 
date
upload
jij/hij/het
ik-vorm+t
passt
datet
uploadt
Wij/jullie
hele ww
passen
daten
uploaden

Slide 4 - Slide

Shanisha (updaten) ... haar laptop.
A
update
B
updated
C
updatet

Slide 5 - Quiz

Daan (passen) ... de bal naar Puk.
A
past
B
passt
C
pasd
D
passd

Slide 6 - Quiz

Zij (timen) ... haar opmerking goed.
A
timet
B
timed
C
timt
D
timd

Slide 7 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
Laatste letter stam
't ex-kofschip
daten
uploaden
ev
ik-vorm+te/de
datete
uploadde
mv
ik-vorm+ten/den
dateten
uploadden

Slide 8 - Slide

De scheidsrechter (timen) ... de snelheid van de sprinters.
A
timde
B
timte
C
timede
D
timete

Slide 9 - Quiz

Kyra (racen) ... op de fiets om nog op tijd te komen.
A
racete
B
racede
C
racte
D
racde

Slide 10 - Quiz

Toon (faxen) ... het bestand naar zijn baas.
A
faxte
B
faxde
C
faxete
D
faxede

Slide 11 - Quiz

Ik wist altijd al dat wij goed (viben)...
A
vibede
B
vibete
C
vibeten
D
vibeden

Slide 12 - Quiz

Voltooid deelwoord
Stam > 't ex-kofschip > t                   Uitspraak moet goed blijven!
Eindigt altijd op  -d, -t, of -en 

Ik heb gedatet.                       gedate
Ik heb geüpload.
Ik heb getimed. 

Slide 13 - Slide

De marathon wordt (pacen) ... door hazen.
A
gepaced
B
gepacet
C
gepacd
D
gepact

Slide 14 - Quiz

Ik heb afgelopen zomer (paragliden)...
A
geparaglided
B
geparaglid
C
geparaglidet
D
geparaglide

Slide 15 - Quiz

Op Black Friday hebben veel winkels flink (cashen)...
A
gecashd
B
gecashed
C
gecasht
D
gecashet

Slide 16 - Quiz