Oefenen: Signaalwoorden en tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Oefentoets H1 en H2 Lezen

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband.

opsomming

tegenstelling

tijdsvolgorde

echter

maar

ook

nadat

daarnaast

terwijl

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.

1. oorzaak/gevolg
2. reden
3. doel/middel

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.

1. opsommend tekstverband
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend tekstverband

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

1. tijdsvolgorde (chronologie)
2. oorzaak-gevolg
3. opsomming

Wat zijn alinea's?

1. Een alinea is een deel van een tekst.
2. Een alinea is een titel van een stukje tekst.
3. Een alinea is een plaatje dat bij een deel van een tekst hoort.
4. Een alinea is een schuingedrukt stukje van de tekst.

Vanwege het lawinegevaar konden we niet gaan langlaufen.

1. oorzaak/gevolg
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend
4. opsomming

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn hoofdzaken?

1. De belangrijkste informatie uit de tekst
2. Extra uitleg
3. De eerste zin van elke alinea
4. De minst belangrijke informatie uit de tekst

hoofdzaak

bijzaak

kernzin

functie van andere alinea's 

uitleg / voorbeelden

belangrijkste informatie

hierin staat de hoofdzaak / belangrijkste informatie

minder belangrijke informatie

Tekstverband = uitleg

Tekstverband = opsomming

Tekstverband = tegenstelling

 

   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Wat is het verschil tussen een hoofd- en bijzaak?

1. Een hoofdzaak is het belangrijkste in een tekst
2. Een bijzaak is het belangrijkste in een tekst
3. Een hoofdzaak is minder belangrijk in een tekst
4. Een bijzaak is minder belangrijk in een tekst

Wat is GEEN kenmerk van een alinea?
Een alinea

1. Een alinea begint op een nieuwe regel
2. Een alinea heeft een titel
3. Een alinea vertelt iets over een deelonderwerp van de tekst
4. Een alinea laat de regel inspringen

Kernzinnen zijn

1. de belangrijkste zinnen van een alinea
2. de titel van een tekst
3. de onbelangrijkste zinnen uit de tekst
4. altijd de laatste zin van elke alinea

WOORDRAADSTRATEGIE - VOORBEELD

is een ander woord met dezelfde betekenis

leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit

legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit

kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

WOORDRAADSTRATEGIE - TEGENSTELLING

is een ander woord met dezelfde betekenis

leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit

legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit

kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

WOORDRAADSTRATEGIE - SYNONIEM

is een ander woord met dezelfde betekenis

leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit

legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit

kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

WOORDRAADSTRATEGIE - OMSCHRIJVING

is een ander woord met dezelfde betekenis

leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit

legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit

kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

In welke tekststructuur vind je een standpunt in de inleiding?

1. aspectenstructuur
2. argumentatiestructuur
3. verklaringsstructuur
4. voor- en nadelenstructuur

Bij welke twee tekststructuren vind je een samenvatting of conclusie in het slot?

1. probleem-oplossingstructuur en aspectenstructuur
2. argumentatiestructuur en probleem-oplossingstructuur
3. verklaringstructuur en probleem-oplossingstructuur
4. vraag-antwoordstructuur en verklaringsstructuur

Bij welke tekststructuur vind je in het middenstuk gevolgen, oorzaken en oplossingen?

1. probleem-oplossingstructuur
2. aspectenstructuur
3. verleden-heden(-toekomst)structuur
4. verklaringsstructuur

In welke twee tekststructuren vind je een vraag in de inleiding?

1. argumentatiestructuur en aspectenstructuur
2. probleem-oplossingstructuur en verklaringsstructuur
3. voor- en nadelenstructuur en vraag-antwoordstructuur
4. aspectenstructuur en vraag-antwoordstructuur

Bij welke tekststructuur vind je in het slot een herhaling van het standpunt?

1. voor- en nadelenstructuur
2. argumentatiestructuur
3. probleem-oplossingstructuur
4. verleden-heden(-toekomst)structuur

Bij welke tekststructuur wordt er een bepaald verschijnsel behandeld in de inleiding?

1. verklaringsstructuur
2. voor- en nadelenstructuur
3. probleem-oplossingstructuur
4. aspectenstructuur