T1BS4 Ademhalingsstelsel bij mensen

Basisstof 4
Het ademhalingsstelsel bij mensen 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Basisstof 4
Het ademhalingsstelsel bij mensen 

Slide 1 - Slide

Even herhalen:

Slide 2 - Slide

Een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen noem je ook wel
A
Organisator
B
Innovator
C
Indicator
D
Brandstof

Slide 3 - Quiz

Na vandaag:
  • Kan je de delen van het ademhalingsstelsel noemen met hun kenmerken en functies
  • Weet je hoe de huig en het strotklepje helpen bij ademen en slikken
  • Weet je hoe de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide gaat

Slide 4 - Slide

Bekijk de met in de volgende slides de filmpjes en lees de uitleg. Beantwoord daarna de vragen. Ik ben online in teams. Wil je nog uitleg, dan zit ik voor je klaar!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Ademhalingsstelsel

Slide 7 - Slide

Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte

Slide 8 - Slide

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strottenklep:sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Luchtpijp en bronchiën
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.

Slide 12 - Slide

Bronchiën 
De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de bronchiën

Ze vertakken zich in steeds kleinere buisjes en eindigen in longblaasjes

Ook de wanden van de bronchien 
en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link

Zuurstof verplaatst van de lucht in het longblaasje naar het bloed doordat...
A
de luchtdruk in de haar-vaten hoger is dan in de longblaasjes
B
De luchtdruk in de longblaasjes hoger is dan in de haarvaten
C
De concentratie zuurstof in het bloed hoger is dan in de lucht
D
De concentratie zuurstof in de lucht hoger is dan in het bloed

Slide 16 - Quiz

Welke volgorde van onderdelen van het ademhalingsstelsel gaat ingeademde lucht via de neus achtereenvolgens langs?

Slide 17 - Open question

Hier zie je een longblaasje. Waar is het koolstofdioxide gehalte het hoogst?
A
Bij de blauwe pijlen
B
Bij de rode pijl
C
Of in beide even hoog

Slide 18 - Quiz

Een docent vraagt aan drie leerlingen hoe het komt dat de gaswisseling in de longen snel kan plaatsvinden.
Rudolf antwoordt: ‘Doordat de longblaasjes een dunne wand hebben.’
Sander antwoordt: ‘Doordat een longblaasje een klein oppervlak heeft.’
Tijmen antwoordt: ‘Doordat alle longblaasjes samen een groot oppervlak hebben.’
Wie heeft/ of hebben gelijk?
A
Rudolf en Sander
B
Sander en Tijmen
C
Rudolf en Tijmen
D
geen van allen

Slide 19 - Quiz

Geef vier redenen waarom neusademhaling beter is dan mondademhaling

Slide 20 - Open question

Extra filmpjes

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video