P1: Rotterdam vernieuwing van het stadscentrum.

                                        Rotterdam
Welkom!
Pak je spullen en lees P1 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                                        Rotterdam
Welkom!
Pak je spullen en lees P1 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen §2.1:
  • Welke kenmerken de twee perioden van stedelijke vernieuwing in de historische binnenstad hebben;
  • Wat de kenmerken zijn van stedelijke vernieuwing in oude havengebieden;
  • Waarom vernieuwing in Rotterdam nodig was;
  • Waarom de re-urbanisatie voor een stad heel belangrijk is;

Slide 2 - Slide

Basisboeknummers
B8 = Dimensies
B164 = Compacte stad en re-urbanisatie
B166 = Model van een stad
B167 = City vorming en stedelijk vernieuwing
B168= Grondprijs en ruimtegebruik

Slide 3 - Slide

Model van een stad
(Europees model)
  • Oudste deel = historische binnenstad (1e ring)
  • Stadscentrum (ook wel centrale zakenwijk, CBD) -->  hier vind je kantoren-, winkel en uitgaansgelegenheid. (2e ring)
  • Toen de industrie werden er veel 19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken - stadswijken voor WO2(voor 1940)) gebouwd aan de rand van het stadscentrum. (3e ring)
  • Aan de rand van de stad liggen de moderne/nieuwe woonwijken(in de V.S. kennen we die als suburbs). Buiten het stadscentrum is daar meer ruimte voor. (4e ring)

  1. Historische binnenstad
  2. Stadscentrum (centrale zakenwijk, CBD)
  3. 19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken)
  4. Moderne woonwijken(naoorlogse wijken)

Slide 4 - Slide

Hoe ziet het stadsmodel er in Rotterdam uit?
1e ring
2e ring
3e ring
Dus Afrikaanderwijk is een voorbeeld van een wijk voor WO2

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Welke kenmerken hebben de twee periodes van stedelijke vernieuwing? (binnenstad)

Rotterdam tot WOll    (5)                                Rotterdam na WOll  (4)                                                                               

Slide 7 - Slide

Rotterdam tot WO II
  • Ontwikkeling haven; Rotte
  • Na 1870 belangrijkste aan- en afvoerhaven naar Ruhrgebied (DL)
  • functie: werken en wonen
  • huizen klein, slechte voorzieningen
  • proces: urbanisatie
Rotterdam na WO II
  • historische binnenstad verwoest.
  • wederopbouw & stedelijke vernieuwing; snel, doelmatig, weinig sfeer.
  • functie: werken
  • proces: suburbanisatie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Cityvorming
Het verdwijnen van woonfunctie en daar komen diensten (kantoren en winkels) voor terug.

Slide 10 - Slide

Stedelijke vernieuwing
Het veranderen van ruimtegebruik (functie)

Bijv. in oude fabrieken komen kantoren, restaurants, woonruimte of ateliers
Kop van Zuid- Erasmusbrug.

Slide 11 - Slide

Stedelijke vernieuwing na 1980
gericht op: wonen, werken, recreatie.

Van industrie naar commerciële dienstverlening  quartaire sector
Moderne hoogbouw.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Oude havens, nieuwe functies
Oude havens onbruikbaar- herinrichting- deel stadscentrum

deel 1: Oudste havens op de noordoever van de Nieuwe Maas.
deel 2: havens zuidoever - Kop van Zuid
- opvallende hoogbouw
- culturele voorzieningen
- Erasmusbrug




Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Een nieuw station
omdat...
  1. ?
  2. ?
  3. ?

Slide 16 - Slide

Een nieuw station
omdat...
  • toename aantal reizigers
  • overstapmogelijkheid van lokale naar internationale bestemmingen
  • omgeving was in verval
  • het aan de rand van de binnenstad lag

Slide 17 - Slide

aantrekkelijke stad
(reactie op suburbanisatie)

compacte stadbeleid

re-urbanisatie

toeristen nemen toe.

Slide 18 - Slide

Stadsvernieuwing vanuit dimensies:
  • economisch:
  • sociaal-cultureel:
  • demografisch: 

Slide 19 - Slide

Stadsvernieuwing vanuit dimensies:
  • economisch: kantoren-automatisering
  • sociaal-cultureel-woonwensen en inkomen
  • demografisch: bevolkingsaantallen en samenstelling huishoudens

Slide 20 - Slide

In welke volgorde vonden onderstaande processen plaats?
A
re-urbanisatie-suburbanisatie-urbanisatie
B
urbanisatie-suburbanisatie-re-urbanisatie
C
suburbanisatie-re-urbanisatie-urbanisatie

Slide 21 - Quiz

Wat was de belangrijkste functie van de Rotterdamse binnenstad tot WO II
A
wonen
B
werken
C
wonen en werken
D
recreatie

Slide 22 - Quiz

Dit is een voorbeeld van een...
A
hoogwaardige voorziening
B
laagwaardige voorziening

Slide 23 - Quiz

Wat was het doel van stedelijke vernieuwing in Rotterdam in de jaren '80?
A
Havens uitbreiden
B
Meer voorzieningen
C
woonwijken uitbreiden
D
aandacht voor wonen, werken en recreatie

Slide 24 - Quiz

Wat was het doel van stedelijke vernieuwing in Rotterdam kort na
WO II?
A
Vooral aandacht voor ruime woonwijken
B
Havens uitbreiden
C
Voornamelijk gericht op ontwikkelen van werkgebieden
D
aandacht voor wonen, werken en recreatie

Slide 25 - Quiz

De vorige twee vragen gingen over het leerdoel:
A
redeneren vanuit dimensies
B
vergelijken van verschijnselen in ruimte en tijd.
C
verbeteren van de leefbaarheid
D
analyseren van digitale gegevens

Slide 26 - Quiz

Hoe heet het beleid dat gericht is op re-urbanisatie?
A
Groeikernenbeleid
B
compacte stad-beleid
C
cityvormingsbeleid
D
stedelijke vernieuwingsbeleid

Slide 27 - Quiz

Welke maatregel draagt bij aan een betere leefbaarheid?
A
uitbreiding van voorzieningen
B
opknappen van oude fabriekspanden
C
aanleg woonwijken op lege plekken in de stad
D
vernieuwen van een station

Slide 28 - Quiz


A
Dit is de historische binnenstad
B
Dit is het stadscentrum

Slide 29 - Quiz

Opdrachten maken
Maak opdr. 1 t/m 11.
Rotterdam: Vernieuwing van het stadscentrum
en 
maak een begrippenlijst

Slide 30 - Slide

STADSINRICHTING
Maak een gelijk model als deze.
Noteer bij elke zone wat je er kan aantreffen.
Wie: In tweetallen of drietallen
Hoe: Op een a3 papier.
Stift/kleurpotloden en hiermee kleur je de cirkels in
Je mag in en buiten de cirkel schrijven

Slide 31 - Slide

Invulling
In de bijlagen een overzicht met alle leerdoelen
Vrije keuze in behalen van de leerdoelen
Elke les tussentijdse check -> differentiatie


Slide 32 - Slide