Quiz
1 / 17
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke kleur heeft het achterste potje?
A
blauw
B
bruin
C
zwart
Slide 2 - Quiz
Dit is de voorkant van een schilderij.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Verkleinwoord: pot - ...
A
potej
B
potje
C
pootje
Slide 4 - Quiz
De man hangt .... de klok.
A
aan
B
uit
Slide 5 - Quiz
Mijn handen ...
A
jeuken
B
krabben
Slide 6 - Quiz
1 zakje chips kost € 2,00.
Ik koop 4 zakjes.
Hoeveel moet ik betalen?
Ik koop 4 zakjes.
Hoeveel moet ik betalen?
A
€ 2,00
B
€ 4,00
C
€ 6,00
D
€ 8,00
Slide 7 - Quiz
Ik maak een afspraak met
de ......
van mijn huisarts.
de ......
van mijn huisarts.
A
assistent
B
astissent
Slide 8 - Quiz
Mijn opa is jarig.
Ik ...... hem een kaartje.
A
send
B
stuur
Slide 9 - Quiz
Het is ...... pauze.
A
beina
B
bijna
Slide 10 - Quiz
Ik ga naar het centrum.
Maar eerst parkeren.
Ik ga .......
Maar eerst parkeren.
Ik ga .......
A
rechtdoor
B
rechtsaf
C
linksaf
Slide 11 - Quiz
Welke kleur heeft
het 2e dekseltje van links?
A
rood
B
groen
C
blauw
D
geel
Slide 12 - Quiz
Mijn sleutels ......
op het toetsenbord.
op het toetsenbord.
A
liggen
B
staan
Slide 13 - Quiz
Mijn buurvrouw ...... de planten water.
A
geeft
B
krijgt
Slide 14 - Quiz
In welke provincie ligt Den Haag?
A
Friesland
B
Noord-Holland
C
Zuid-Holland
Slide 15 - Quiz
Ik doe al mijn boodschappen in het .......
A
karretje
B
mandje
