Klas 1 hv Unité 3 Grammaire I

Le cours de français 
du 3 février 2022
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Le cours de français 
du 3 février 2022

Slide 1 - Slide

Unité 3 Après les cours
Les buts pour aujourd'hui: 
Je kent de vormen van de regelmatige werkwoorden op -er 
Je weet hoe je in de Franse uitspraak woorden verbindt

Le programme:
Uitleg bij Grammaire I + online oefening
Nakijken ex. 7 (laten zien), 8A, 9, 10
Luisteren ex. 11
HW vr. 04/02: Maken: 8B t/m 8E, leren apprendre 1 t/m 3
Quizlet 





Slide 2 - Slide

Les verbes réguliers en -ER
GR. I
Un. 3

Slide 3 - Slide

De uitgangen van de présent van de werkwoorden op -er zijn: stam+
A
es/es/e/ons/ez/ent
B
es/es/es/ons/ez/ont
C
e/es/e/ont/ez/ent
D
e/es/e/ons/ez/ent

Slide 4 - Quiz

Werkwoorden op ER
Nous parl... français!
A
e
B
es
C
ons
D
ez

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vervoeging:
Je/J' ... de la musique!
A
écoutons
B
écoutes
C
écoutent
D
écoute

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vervoeging:
Maria ... les maths
A
aimes
B
aimons
C
aime
D
aiment

Slide 7 - Quiz

Eva et Luc ______ (travailler) ensemble.

Slide 8 - Open question

Vous __________ (trouver) le dessert délicieux?

Slide 9 - Open question


Hoe ging het ?
A
Appeltje eitje !!
B
Paar foutjes, verder goed.
C
Wel oké, beetje moeilijk
D
Pfff, snap er niks van!

Slide 10 - Quiz

NAKIJKEN EX. (7), 8A, 9, 10
Blz. 85

Slide 11 - Slide

Exercice 8A                                                         
1 Hou je van de school?  Ik kijk in mijn agenda.
2 Lees het rijtje, luister naar de uitspraak en zeg na. Leer het daarna uit je hoofd.
3 je joue 8
    elle aime 1
    tu habites 7
    il prépare -
    nous dansons 2
    vous téléphonez 4
    ils regardent 6
    on organise 3
    elle parle 5
 elle parle 5
4 je joue
 elle aime
 tu habites
 il prépare
 nous dansons
 vous téléphonez
 ils regardent
 on organise
 elle parle
5 De uitgangen -e, -es, en -ent spreek je op dezelfde manier uit.
6 tu aimes
 nous terminons
 ils détestent
 je commence
 il travaille
 vous protestez
 je regarde
 on présente
 tu invites









4 je joue
 elle aime
 tu habites
 il prépare
 nous dansons
 vous téléphonez
 ils regardent
 on organise
 elle parle

Slide 12 - Slide

5 De uitgangen -e, -es, en -ent 
spreek je op dezelfde manier uit.
6 tu aimes
  nous terminons
  ils détestent
  je commence
  il travaille
  vous protestez
  je regarde
  on présente
  tu invites
 


Exercice 9 
A
B een rugtas = un sac à dos
Exercice 10 
1 matière - schoolvak
2 redouble - blijft zitten
3 pratique - doet aan
4 désolé - sorry
5 entrainement - training
6 souvent - vaak
7 difficile - moeilijk 
8 fort en - goed in





Slide 13 - Slide

Ecouter exercice 11 
Prononciation








Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Slide 18 - Slide