8.5 Milieuvervuiling

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Paragraaf 8.5

milieuvervuiling

leerdoelen

Hoe zwaveldioxide , cfk's en stikstofverbindingen worden gevormd en wat hun effecten zijn op het milieu.

Welke maatregelen kunnen bijdragen aan de vermindering van uitstoot van milieuvervuilende stoffen

Uitleggen wat de impact van biobranstoffen is

Milieu-effecten                  

Morsen van aardolie

Zure regen door SO2 en NOx

Broeikaseffect door CO2

Gat in de ozonlaag

Door welke stof(fen) ontstaat zure regen?

1. Alleen zwavelzuur
2. Alleen salpeterzuur
3. Zowel zwavelzuur als salpeterzuur

De verbranding van welke 2 niet-ontleedbare stoffen veroorzaken zure regen?

1. zuurstof en stikstof
2. zwavel en stikstof
3. zuurstof en zwavel

Is CO een stikstofverbinding?

1. Ja
2. Nee

Is ammoniak (NH3) een stikstofverbinding?

1. Ja
2. Nee

Door cfk's wordt het gat in de ozonlaag ...

1. groter
2. kleiner

Voor hoeveel procent bestaat E10 uit bio-ethanol?

1. 10%
2. 90%
3. 100%

Fossiele brandstoffen

Steenkool / Aargas / Aardolie

Formules

Steenkool: C

Aardolie/aardgas: koolwaterstoffen (verbindingen tussen C en H).

Bij de verbranding ontstaat CO₂ (en H₂O)

Als er zwavel in de moleculen voorkomt ontstaat ook SO₂

Bij de verbranding ontstaat door de hoge temperatuur ook NO_x

omdat de N₂ uit de lucht met de O₂ uit de lucht reageert

paragraaf 8.5

doorlezen en opgaven maken

www.metronieuws.nl