Wikkelen-watergolf

Watergolf
Wikkelen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
WellnessMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Watergolf
Wikkelen

Slide 1 - Slide

Bij welke wikkeltechniek valt het haar aan de zijkant naar achter?
A
9 vaks
B
steensgewijs
C
waaier

Slide 2 - Quiz

Bij welke techniek valt het haar naar beneden?
A
steensgewijs
B
waaier
C
9-vaks

Slide 3 - Quiz

Bij welke wikkeltechniek valt het haar in natuurlijke val?
A
waaier
B
9-vaks
C
steensgewijs

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Negenvakkenwikkelpatroon

Voor een natuurlijk vallende coupe gebruik je het negenvakkenwikkelpatroon. Het haar valt hierdoor naar achteren en naar beneden. Dit patroon bestaat uit negen vakken. De nummering van de vakken is de volgorde waarin je de permanent- en stabilisatievloeistof aanbrengt.

Slide 7 - Slide

Waaierwikkelpatroon


Voor veel volume in de voorpartij gebruik je het waaierwikkelpatroon. De bovenste zijpartijen vallen hierbij naar achteren en de zijpartijen bij het oor vallen naar voren.
Bij dit patroon zet je de wikkels in een waaiervorm om het oor in.

Slide 8 - Slide

Steensgewijswikkelpatroon
Met een steensgewijswikkelpatroon zie je geen scheidingen in de coupe. Het haar valt naar achteren of schuin naar achteren.
Een steensgewijspatroon lijkt op een gemetselde muur. Net als de stenen, zet je de wikkels verspringend in. Bij het steensgewijspatroon deel je het haar niet eerst in vakken af. Je maakt horizontale en diagonale banen in het haar. Je gebruikt de wikkels om de banen af te meten. Dit doe je tijdens het wikkelen.
Voor een vloeiende overgang van de voorpartij naar de achterpartij kun je met of zonder doodlopers werken. Het resultaat van beide manieren is gelijk. Je gebruikt de manier die je het prettigst vindt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Doodlopers
Doodlopers gebruik je om de ronding van het hoofd te volgen. Je maakt steeds halve cirkels, waarbij je soms kortere wikkels plaatst om de ruimte op te vullen.

Slide 11 - Slide

Waaier
St gewijs
9-vaks

Slide 12 - Drag question

Wat is de houdbaarheid van een permanent?
A
4 weken
B
6 weken
C
6-12 weken
D
6 maanden

Slide 13 - Quiz

Watergolven

Slide 14 - Slide

Watergolf

Slide 15 - Mind map

Examen opdracht n3 Watergolf
  • 25 minuten inleg
  • 20 min opkammen
  • Je gebruikt minimaal 2 inlegpatronen. 
  • Je hebt de keuze uit: steensgewijs, halve cirkel, olbong, rechthoek en driehoek
  • Je verwerkt minimaal 8 bouclés je hebt keuze uit: opstaande-, halfopstaande/diepte- en platte bouclés.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Patronen
Belangrijkste kenmerken
  • Halve cirkel: 
    1.  Vanuit 1 punt
    2. Alle rollers draai je 1 richting op
    3. Op het voorhoofd
    4. Effect creëren van een lok


Slide 18 - Slide

Patronen
Belangrijkste kenmerken:
  • Driehoek:
    1.  Vooraf afdelen
    2. Halve rollers toegestaan
    3. Word gebruikt ter opvul

Slide 19 - Slide

Patronen
Belangrijkste kenmerken:
  • Rechthoek:
    1.  Mag niet aan de contourlijn
    2. Vooraf afdelen
    3. Boven op of kruin 

Slide 20 - Slide

Patronen
Belangrijkste kenmerken:
  • Steensgewijs:
    1.  Scheidingen verspringen
    2. Kan je overal plaatsen
     3. Indien nodig doodlopers 

Slide 21 - Slide

Patronen
Belangrijkste kenmerken:
  • Oblong:
    1.  8 rollers ipv 4
    2. Roller diagonaal plaatsen 45graden
    3. Heen en terug
    4. Ontstaat een slag

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat wil je weten als je vraagt naar de wens van de klant?
A
Wanneer ze komt en welke natuurlijke haarkleur ze heeft
B
Wanneer ze het voor het laatst gewassen heeft en naar wat voor feestje ze gaat.
C
Welk doel, welke plaats en welke duur ze voor ogen heeft.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Wat is de houdbaarheid van een watergolf?
A
1-2 dagen
B
7 dagen
C
3-5 dagen
D
4 dagen

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Op hoeveel graden draai je de roller in, als je een "extra volume roller" indraait?
A
0 graden
B
Onder de 90 graden
C
Boven de 90 graden
D
Op 90 graden

Slide 30 - Quiz

Wat is het effect van een diepte roller?
A
Een krul met de punt naar buiten en geen volume
B
Een krul met extra volume bij de aanzet
C
Een extra fijne krul
D
Een krul met volume aan de aanzet

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Boucles
Aandachtspunten bij het boucleren zijn:

  • Draai de passé niet om zijn eigen as.
  • Plaats de clip op de juiste manier in de bouclé. Anders krijg je knikken in het haar.
  • Verander de richting van de aanzet niet tijdens het indraaien.

Slide 37 - Slide

Naam: Volume boucle
Plaats: scalp
Effect: volume vanaf de aanzet

Naam: diepte boucle
Plaats: nek
Effect: geen volume aanzet,
Punten krullen naar buiten
Naam: Platte boucle
Plaats: contour
Effect: geen volume

Slide 38 - Drag question

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide