Thema 2 B4 Zwanger

VWO 4 biologie

Biologie voor jou Max


  Thema 2 Voortplanting en seksualiteit


B4

Zwanger

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VWO 4 biologie

Biologie voor jou Max


  Thema 2 Voortplanting en seksualiteit


B4

Zwanger

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Lesprogramma
  • Leerdoelen Basisstof 4 Zwanger (2min)
  • Uitleg B4 deel 1 Embryonale ontwikkeling, placenta, celdifferentiatie (15m)
  • Zelfstandig opdracht 38 en 39 maken (5min)
  • Uitleg B4 deel 2 HCG en geboorte (5min)
  • Opdracht 55 t/m 64 maken (10min)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste

Eerder klaar? 
  • Neem context Leefwereld 'Gynaecoloog' en maak de opdracht 65
  • Lesafsluiter B4 (5 minuten)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Docent
Uitlegvideo
Boek

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Leerdoelen B4
2.4.1 Je kunt de ontwikkeling van zygote tot volgroeide baby beschrijven.

2.4.2 Je kunt beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellig organisme door differentiatie van stamcellen en apoptose.

2.4.3 Je kunt de fasen van de geboorte beschrijven.

De bevruchting van een eicel is gelukt. Een klompje cellen is op weg naar de baarmoeder, waar het zich zal innestelen in het baarmoederslijmvlies. Als alles goed gaat, wordt ongeveer negen maanden later een baby geboren.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Embryonale ontwikkeling
  • Zygote: de bevruchte eicel ondergaat klievingsdelingen (delingen zonder groei).
  • Morula: klompje cellen (16-32 cellen) die nog in alle typen cellen kunnen differentiëren (stamcellen).
  • Blastula: er ontstaat een holte in het klompje cellen. 
  • Ontstaan van de embryoblast of embryonaalknop (uiteindelijke embryo) en de trofoblast (buitenste laag cellen)
BiNaS 86E

Slide 8 - Slide

r ontstaat een holte gevuld met vocht in het klompje cellen, dat nu blastula heet (zie afbeelding 28). Een deel van het klompje cellen vormt het begin van het eigenlijke embryo: de embryoblast of embryonaalknop. De buitenste laag cellen, de trofoblast, beschermt de embryoblast. De trofoblast zorgt ook voor de innesteling in het baarmoederslijmvlies en vormt later de placenta. De trofoblast gaat HCG vormen, het hormoon humaan choriongonadotrofine. HCG houdt het gele lichaam in stand.
Blastula
  • Embryoblast/ embryonaalknop: begin van embryo.
  • Trofoblast (buitenste laag cellen):
1. beschermt de embryoblast/embryonaalknop
2. zorgt voor innesteling in baarmoederslijmvlies.
3. vormt later de placenta.
4. Gaat hormoon HCG vormen, wat gele lichaam in stand houdt. 
  • Tijdens innesteling ontstaan holten waar bloed van moeder doorheen stroomt. 

Slide 9 - Slide

r ontstaat een holte gevuld met vocht in het klompje cellen, dat nu blastula heet (zie afbeelding 28). Een deel van het klompje cellen vormt het begin van het eigenlijke embryo: de embryoblast of embryonaalknop. De buitenste laag cellen, de trofoblast, beschermt de embryoblast. De trofoblast zorgt ook voor de innesteling in het baarmoederslijmvlies en vormt later de placenta. De trofoblast gaat HCG vormen, het hormoon humaan choriongonadotrofine. HCG houdt het gele lichaam in stand.
Ontwikkeling chorion(holte), amnion(holte) en dooierzak
  • Trofoblast vormt het chorion (buitenste vruchtvlies).
  • Chorionvlokken: uitstulpingen waar zuurstof en andere voedingsstoffen uit baarmoederslijmvlies worden opgenomen.
  • In embryoblast zijn amnionholte en dooierzak ontstaan. Hiertussen ontwikkelt embryo. 
  • Embryo omgeven met vruchtwater en omsloten door het amnion (binnenste vruchtvlies).
  • Cellen gaan differentiëren in embryo (gastrula):
1. Begin darm wordt gevormd.

2. Begin zenuwstelsel wordt gevormd (neurula).
3. Organen worden gevormd

Slide 10 - Slide


Tijdens de innesteling ontstaan in het baarmoederslijmvlies rond het klompje cellen holten, waar het bloed van de moeder doorheen stroomt. De trofoblast vormt het chorion (buitenste vruchtvlies). De holte die door het chorion wordt omsloten heet de chorionholte. Het chorion vormt uitstulpingen die tussen de holten in het baarmoederslijmvlies doorlopen. Via deze chorionvlokken worden zuurstof en voedingsstoffen via diffusie opgenomen uit het baarmoederslijmvlies. De uitstulpingen en holten ontwikkelen zich tot de placenta, een orgaan waarin uitwisseling van stoffen tussen het bloed van de moeder en het bloed van het embryo plaatsvindt.
Intussen heeft ook de embryoblast zich ontwikkeld. In de embryoblast zijn twee holten ontstaan: de amnionholte en de dooierzak. Uit de cellen tussen deze beide holten ontwikkelt zich het embryo.
Het embryo is omgeven met vocht, het vruchtwater, en omsloten door een tweede vlies, het amnion (binnenste vruchtvlies). De vruchtvliezen omsluiten het embryo en het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het embryo tegen schokken en tegen uitdroging
In het embryo, dat nu een gastrula is, differentiëren cellen en wordt een begin gemaakt met de darm. Vervolgens wordt een start gemaakt met het zenuwstelsel in de neurula. Hierna worden de organen gevormd. Ongeveer acht weken na de bevruchting zijn de meeste organen in aanleg aanwezig en vanaf dat moment wordt het embryo een foetus genoemd (zie afbeelding 29).
Na 24 weken is het embryo levensvatbaar buiten de baarmoeder. Daarom is dat in Nederland de grens waarop een zwangerschap nog mag worden onderbroken door abortus.
Foetus
  • Foetus: 8 weken na de bevruchting (als de meeste organen in aanleg zijn gevormd).
  • Na 24 weken is foetus levensvatbaar buiten baarmoeder.
  • Dit is de grens voor abortus in Nederland 


Slide 11 - Slide

Ongeveer acht weken na de bevruchting zijn de meeste organen in aanleg aanwezig en vanaf dat moment wordt het embryo een foetus genoemd (zie afbeelding 29).
Na 24 weken is het embryo levensvatbaar buiten de baarmoeder. Daarom is dat in Nederland de grens waarop een zwangerschap nog mag worden onderbroken door abortus.
Placenta
  • Uitwisseling van stoffen plaats door diffusie en actief transport
  • Navelstreng bevat bloedvaten en verbindt het embryo met de placenta
  • Voedingsstoffen en zuurstof gaan van het bloed van moeder naar het bloed embryo
  • Afvalstoffen gaan van het bloed van embryo naar het bloed van moeder.
  • Ook ziekteverwekkers, sommige geneesmiddelen, alcohol, nicotine en drugs kunnen door de vliezen in de placenta heen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Start ontwikkeling jongen (extra)
  • Na bevruchting start bij iedereen de ontwikkeling als meisje
  • Na 8 weken testosteron: verandering naar penis
  • Na 12 à 13 weken testosteron: hersenen mannelijk
  • Na geboorte zijn de basis-geslachtsverschillen zichtbaar: primaire geslachtskenmerken (o.a. penis, balzak, vagina),


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stamcellen en celdifferentiatie
  • Stamcellen: cellen die nog niet (volledig) gespecialiseerd zijn.
  • Na de bevruchting en klievingsdelingen bestaat embryo (morula) uit alleen embryonale stamcellen.
  • De vorm van cellen verandert, sommige cellen verplaatsen zich, er komen veel nieuwe cellen bij en er sterven cellen af.
  • Celdifferentiatie: proces waarbij cellen specialiseren en gaan verschillen in vorm en functie.
  • Adulte stamcellen: cellen die al ontwikkeld zijn in een bepaalde richting.
  • Apoptose (geprogrammeerde celdood): beïnvloeding door cellen uit de omgeving kan er toe leiden dat een cel zichzelf laat afsterven. Overbodige en ongewenste weefsels verdwijnen.
bloedcellen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht 50 t/m 54
timer
5:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hormonen vrouw (1)
  • In maandelijkse cyclus in eerste twaalf dagen productie van FSH en LH. FSH stimuleert rijping van ca 20 eicellen in beide eierstokken, meerdere eicellen starten zich te ontwikkelen. Bij voldoende grootte van de follikels: minder FSH, dit zorgt voor afsterven van meeste follikels, alleen de verste gaat vrijkomen.
  • Door LH-piek veel vocht in follikel, waardoor deze barst en eicel vrijkomt (ovulatie).
  • Door FSH en LH ook oestrogeen geproduceerd, waardoor baarmoederslijmvlies dikker wordt. Het lege omhulsel van de vrijgekomen eicel wordt gele lichaam genoemd. Dit wordt groter door LH en gaat progesteron produceren, dat ook het baarmoederslijmvlies laat groeien.
  • Progesteron remt afgifte FSH en LH (negatieve terugkoppeling/feedback), waardoor gele lichaam niet in stand wordt gehouden.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hormonen vrouw (2)
  • Hierdoor wordt minder progesteron gemaakt, waardoor baarmoederslijmvlies afgebroken wordt: menstruatie. Wordt de eicel niet bevrucht, dan sterft deze bovenin de eileider. Hij wordt afgebroken en je vindt niets terug.

Wordt de eicel wel bevrucht, dan gebeurt dit in de eileider.
  •  De eicel bevat veel reservevoedsel. Dit is nodig voor de reis naar de baarmoeder. Daar krijgt de eicel pas weer voeding en kan dus groeien, tijdens de eerste delingen groeit de eicel dus niet.
  • Trofoblast maakt eigen hormoon: HCG. Trofoblast ontwikkelt zich tot placenta, waarna placenta productie HCG voortzet. HCG heeft dezelfde werking als LH.
  • Dit hormoon wordt aangetoond met zwangerschapstest.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zwangerschap (hormonaal)
  • De bevruchte eicel gaat HCG maken, wat wordt aangetoond met een zwanger-schapstest.
  • HCG heeft dezelfde taak als LH: het gele lichaam in stand houden en zodoende progesteron laten produceren, zodat baarmoederslijmvlies niet afgebroken wordt. 
  • Voordeel van de progesteronproductie: nog steeds remming FSH, dus geen nieuwe eicel gerijpt.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Reis door de eileider...
  • Na 5-7 dagen komt bevruchte eicel aan in baarmoeder, die klaar is voor deze eicel en deze kan innestelen.
  • De eicel krijgt dan voeding uit het bloed via de placenta en kan groeien. Eicel heet vanaf nu embryo.
  • Na drie maanden gaat gele lichaam weg, placenta neemt productie oestrogeen-en progesteron over. Deze overgang gaat soms mis, waardoor menstruatie doorbreekt (miskraam).

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

In de volgende powerpoint wordt de embryonale ontwikkeling uitgelegd en de fasen van geboorte

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maak nu opdracht 55 t/m 64
Klaar?
  • Oefen de Flitskaarten en Test Jezelf van B4

Klaar?
  • Neem de Context leefwereld 'Gynaecoloog' door en maak de opdracht 65

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Lesafsluiter B4
2.4.1 Je kunt de ontwikkeling van een zygote tot volgroeide baby beschrijven.
  
2.4.2 Je kunt beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellig organisme door differentiatie van stamcellen.

2.4.3 Je kunt de fasen van de geboorte beschrijven.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen
- Bevruchting eierstok
- Hormonen voortplanting (ken je ze echt?)
- Embryo en placenta
- Fasen van de bevalling

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Wat was je score?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions

Wat was je score?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions

Wat was je score?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Link

This item has no instructions

Wat was je score?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions