Par 9.3: fascisme en nationaalsocialisme

Italiaans fascisme
Duits nationaalsocialisme
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Italiaans fascisme
Duits nationaalsocialisme

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
In deze les leer je hoe het fascisme opkwam in Italië.
In deze les leer je hoe het nationaalsocialisme opkwam in Duitsland.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Fascisme
Ontstaan Italië in jaren 20.

antidemocratische, totalitaire, gewelddadige en extreem nationalistische politieke beweging.

Eén leider principe. Bijenvolk idee.

Maakt gebruik onvrede "verloren" WO1 + politieke onrust.

Totalitair: de staat wil complete macht over denken en doen van de samenleving.
Nationaalsocialisme
Ontstaan Duitsland/Oostenrijk in jaren 20.

antidemocratische, totalitaire, gewelddadige, extreem nationalistische en racistische politieke beweging.

Eén leider principe. Bijenvolk idee

Maakt gebruik van onvrede  verloren WO1. (Dolkstootlegende) + politieke en economische onrust (wereldcrisis)

Totalitair: de staat wil complete macht over denken en doen van de samenleving.

Slide 4 - Slide

Mussolini en ... ?
Nazi's en ...?

Slide 5 - Slide

3 [K]
Beschrijf in ongeveer drie zinnen hoe Italië vanaf 1922 een dictatuur werd.

Slide 6 - Open question

[I] Waarom staan democratie en de totalitaire systemen recht tegenover elkaar?

Slide 7 - Open question

Lesdoelen:
In deze les leer je hoe het fascisme opkwam in Italië.
In deze les leer je hoe het nationaalsocialisme opkwam in Duitsland.

Slide 8 - Slide

Drie totalitaire systemen:

Slide 9 - Slide

Fasces
Swastika

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verschillen:
Italiaans fascisme --> Romeinse Rijk
(Duits) Nationaalsocialisme --> Germaans ideaal

Nationaalsocialisme = racistisch door rassenleer: sommige mensenrassen staan boven andere rassen.

Communisme = internationaal. "Proletariers uit alle landen, verenigt u!" 





Slide 12 - Slide

Overeenkomsten
1. Geweld wordt niet geschuwd om het doel te bereiken.
2. Tegenstanders worden omgebracht of gedeporteerd.
3. Propaganda om 'de boodschap' door te geven.
4. De jeugd gebruiken. (indoctrinatie!)
5. Totalitair --> de complete overheersing over de samenleving.
6. Persoonsverheerlijking van de leider.
7. Afzetten tegen de "zwakke" parlementaire democratie.

Slide 13 - Slide

Oefenvraag (5)
Vergelijk de drie totalitaire ideologieën door het noemen van:
- een verschil tussen het nationaalsocialisme en de andere twee ideologieën en
- een verschil tussen het communisme en de andere twee ideologieën.


Slide 14 - Slide