H. 9.3 Rekenen met procenten

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken

H 9.2
opgaven 36, 37, 38, 39, 41, 42


Slide 2 - Slide

Terugblik
  • Ik kan uitspraken die met breuken en procenten te maken hebben verklaren.
  • Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en decimale getallen en omgekeerd uit mijn hoofd.
  • Ik kan een breuk omrekenen naar procenten en omgekeerd.
  • Ik kan uitrekenen hoeveel euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.

Slide 3 - Slide

Aan het eind van de les:
Ik kan met een verhoudingstabel (procententabel) met een gegeven percentage een hoeveelheid uitrekenen.

Slide 4 - Slide

Blz. 160

Slide 5 - Slide

Blz. 160

Slide 6 - Slide

Blz. 161

Slide 7 - Slide

Blz. 161

Slide 8 - Slide

Blz. 161

Slide 9 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Opgave 45 (Blz. 161)

Slide 10 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Antwoord opgave 45 

Slide 11 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Opgave 46 (Blz. 162)

Slide 12 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Antwoord opgave 46 

Slide 13 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Opgave 47 (Blz. 162)

Slide 14 - Slide

Opgave 4 (blz. 147)











aantal
240









aantal







Antwoord opgave 46 

Slide 15 - Slide

Aan het eind van de les:
  • Ik kan uitspraken die met breuken en procenten te maken hebben verklaren. 
  • Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en decimale getallen en omgekeerd uit mijn hoofd. 
  • Ik kan een breuk omrekenen naar procenten en omgekeerd. 
  • Ik kan uitrekenen hoeveel de euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.

Slide 16 - Slide

Huiswerk



H 9.3

opgaven 48, 49, 50, 51, 52



Slide 17 - Slide