Herhaling bs 4 5 en 6

Herhalen/oefenen met bs 4, 5 en 6
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalen/oefenen met bs 4, 5 en 6

Slide 1 - Slide


Basisstof 4: uitscheiding


Basisstof 5: afweer


Basisstof 6: gezond leven
Wat weet je nog?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Uitscheidingsorganen
  • A= nieren
  • B= urineleider
  • C= urineblaas
  • D= urinebuis

Slide 4 - Slide

nierschors (verwijderen afvalstoffen)
niermerg ( verwijderen afvalstoffen)
nierbekken( urine wordt verzameld)
nierslagader ( vol afvalstoffen!)
nierader (gezuiverd bloed)
urineleider (urine afvoeren)

Slide 5 - Slide

Wat zijn de "zuiveringsinstallaties"
van je lichaam?
A
Lever en maag
B
Lever en nieren
C
Maag en nieren
D
Lever, maag en nieren

Slide 6 - Quiz


De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel
C
orgaan
D
Zenuwstelsel

Slide 7 - Quiz

De urinebuis voert urine af van de nieren naar de urineblaas
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

wat zijn de functies van je nieren?
A
Geven een signaal af als je blaas vol is en dan moet je plassen.
B
bloed filteren en urine maken
C
afbreken alcohol en medicijnen
D
opslaan van eiwitten en glucose

Slide 9 - Quiz

wat is de functie van het nierbekken?
A
Filteren van bloed
B
Filteren van urine
C
Verzamelen van urine

Slide 10 - Quiz

Lichaamsvreemd
  • Lichaamsvreemde stoffen horen niet thuis in je lichaam.
  • Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.
  • Met de huid.
  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen.
  • Met zoutzuur in maagsap.

Slide 11 - Slide

Antistoffen
  • Sommige WBC maken antistoffen aan.
  • Deze antistoffen binden met ziekteverwekkers.
  • Op deze manier worden deze uitgeschakeld.

Slide 12 - Slide

Immuun
  • Als je ziek wordt, maken WBC antilichamen aan tegen de indringer.  Na een tijdje wordt je dan ook weer beter.
  • Wordt je later weer ziek door dezelfde ziekteverwekker, dan maken je WBC direct de goede antistof aan.  Je bent nu immuun geworden.

Slide 13 - Slide

Allergie
  • Wanneer je lichaam reageert op andere stoffen dan ziekteverwekkers, bijvoorbeeld graspollen, ben je allergisch.
  • Je afweersysteem reageert hier dan ook op.

Slide 14 - Slide

Welke vragen te verwachten?
???

Slide 15 - Slide

Begrippen BS 6
Bloeddruk
Slagaderverkalking
Hartinfarct
Hart- en vaatziekten


Slide 16 - Slide

Hoge bloeddruk
Bloeddruk meet je met een bloeddrukmeter.
Deze meet de druk die het bloed uitoefent op de bloedvatwand.





Slide 17 - Slide

Hoge/ lage bloeddruk
Lage bloeddruk kan niet veel kwaad.
Lange tijd een te hoge bloeddruk kan schadelijk zijn.

Oorzaken hoge bloeddruk: stress, overgewicht, zout eten.
Gevolgen: beschadiging van de wanden van de slagaders





Slide 18 - Slide

Slagaderverkalking
Beschadigd bloedvatwand ->
witte bloedcellen en cholesterol hopen zich op in de wand -> verdikking -> kalk maakt de verdikking hard-> slagaderverkalking/ atherosclerose.

Slide 19 - Slide

Hartinfarct
Bij afsluiting van een kransslagader door een bloedpropje + slagaderverkalking ontstaat een hartinfarct.
De hartspier erachter krijgt geen bloed meer en als dit lang duurt sterft de spier af.

Slide 20 - Slide