H4.1 Elk doet zijn werk

H4 'Mens en machine'


cursus 4.1 'Elk doet zijn werk'



Tijdvak 8: Burgers en stoommachines

Periode 4: Moderne tijd

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 'Mens en machine'


cursus 4.1 'Elk doet zijn werk'



Tijdvak 8: Burgers en stoommachines

Periode 4: Moderne tijd

Slide 1 - Slide

Planning

  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Slide

Lesdoelen 4.1
  •  Je weet welke 3 beroepssectoren er zijn.


  • Je kunt van elke sector 2 beroepen noemen.


  • je kunt uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.

 

  • Je kunt het begrip automatisering uitleggen.

Slide 3 - Slide

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 4 - Slide

De 3 beroepssectoren
  • Sector 1: Landbouw

       (primaire sector)

  • Sector 2: Industrie

       (secundaire sector)

  • Sector 3: Diensten
       (tertiaire sector)

Slide 5 - Slide

Landbouwsector
  • Landbouw haalt producten uit de natuur.

       - Akkerbouw, veeteelt, visserij, tuinbouw en mijnen.



  • Beroepen:

       - Boer, tomatenkweker, mijnwerken, visser enz.

  

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Industriesector
  • Werk wat in de fabriek wordt gedaan:

       - Auto-industrie, scheepswerf, staalindustrie enz.



  • Beroepen:

       - Kaasfabriek, Ned-cars, lasser, lopendebandmedewerker

       enz.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Dienstensector
  • Iets voor een ander doen.

       - Zorg, onderwijs, uiterlijke verzorging enz.



  • Beroepen:

       - Leraar, verpleegkundige, automonteur enz.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Waar hoort hij bij?
A
Industriesector
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Vluchtsector

Slide 12 - Quiz

Waar horen voetballers bij?
A
Industriesector
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Vluchtsector

Slide 13 - Quiz

Landbouwsector
Industriesector
Dienstensector
Hier werkt ongeveer 70% van de mensen in Nederland.
Hier werkt ongeveer 25% van de mensen in Nederland.
Hier werkt ongeveer 5% van de mensen in Nederland.

Slide 14 - Drag question

Arme landen
  • In arme landen zijn de meeste mensen werkzaam in de landbouw, omdat ze hun eigen voedsel moeten verbouwen.


  • Veel producten die wij hier kopen worden gemaakt in fabrieken in arme landen, omdat de lonen daar laag zijn.

Slide 15 - Slide


Leg uit welke afbeelding bij Nederland hoort en welke bij India.
1
2

Landbouw

Industrie

diensten

Slide 16 - Open question

Kosten van een schoen
Wat zijn de loonkosten? Wat is de winst van het merk? Wat kost deze schoen in de winkel?  

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 4.1
  • Blauwe vakken arceren


Klaar:

  • Alle blauwe opdr.
  • Verdieping blz. 34, 35
  • Topografie blz. 36, 37

Slide 18 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 4.1
  • Je weet welke 3 beroepssectoren er zijn.


  • Je kunt van elke sector 2 beroepen noemen.


  • je kunt uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.

 

  • Je kunt het begrip automatisering uitleggen.

Slide 19 - Slide