Nova - H2 Stoffen en H3 Water (1KGT)

NaSk - herhaling: H2 Stoffen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

NaSk - herhaling: H2 Stoffen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Komende lessen: Voorbereiding toets H2 + H3
Vandaag: afronden herhaling H2 Stoffen,
daarna herhaling H3 Water

Slide 2 - Slide

2.3 Massa en volume

Slide 3 - Slide

h = 2 cm
b = 1 cm
l = 5 cm
Volume = ?
A
8cm3
B
100cm3
C
20cm3
D
10cm3

Slide 4 - Quiz

ONDERDOMPELEN:
Beginstand = 15 mL
Eindstand = 24 mL
Volume = ?
A
24cm3
B
15cm3
C
9cm3
D
39cm3

Slide 5 - Quiz

2.4 Dichtheid

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke vloeistof heeft de ...
kleinste dichtheid
grootste dichtheid

Slide 8 - Drag question

Uitrekenen van dichtheid
dichtheid=volumemassa

Slide 9 - Slide

De massa = 10 g
Het volume = 5 cm3
Wat is de dichtheid?
A
105=0,5cm3g
B
510=2cm3g
C
510=50cm3g
D
10+5=15cm3g

Slide 10 - Quiz

NaSk - herhaling: H3 Water

Slide 11 - Slide

Herhaling
Laten we eens kijken wat we nog weten over
'H3 Water'!

Slide 12 - Slide

3.1 IJs, water en waterdamp

Slide 13 - Slide

Fasen
Vaste fase
Kenmerken van een vaste stof zijn:
  • Een vaste stof heeft wel een eigen vorm
  • Een vaste stof kan niet worden samengeperst

Voorbeelden van vaste stoffen:

  • Steen, plastic, zout, ijzer, hout


Slide 14 - Slide

Fasen
Vloeibare fase
Kenmerken van een vloeistof zijn:
  • Een vloeistof heeft geen eigen vorm
  • Een vloeistof heeft een horizontaal oppervlak
  • Een vloeistof kan niet worden samengeperst
Voorbeelden van vloeistoffen:
  • Water, benzine, alcohol, azijn

Slide 15 - Slide

Fasen
Gasvormige fase
Kenmerken van een gas zijn:
  • Een gas heeft geen eigen vorm
  • Een gas kun je wel samen persen
  • Een gas verspreidt zich door de ruimte waar het in zit
Voorbeelden van gassen:
  • Aardgas, zuurstof, CO2, chloorgas, stikstof

Slide 16 - Slide

Gas
Vloeibaar
Vast
Wolk
Stoom
IJsklontje
Zeewater

Sneeuw

Slide 17 - Drag question

3.2 Temperatuur

Slide 18 - Slide

Hieronder zie je een vloeistof thermometer. 
Zet de namen bij de juiste nummers
Schaalverdeling
Stijgbuis
Reservoir

Slide 19 - Drag question

Wat voor vloeistof wordt vaak gebruikt in een vloeistofthermometer?
A
Alcohol
B
Water
C
Kwik
D
Ruitenwisservloeistof

Slide 20 - Quiz

De vloeistof in een vloeistofthermometer...
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt

Slide 21 - Quiz









Wat voor soort thermometer is dit?
A
Koortsthermometer
B
Vloeistofthermometer
C
Oventhermometer
D
Buitenthermometer

Slide 22 - Quiz

3.3 Veranderen van fase

Slide 23 - Slide

Waterdamp is ...
A
Zichtbaar
B
Onzichtbaar

Slide 24 - Quiz

Welke fase heeft het kaarsvet op plaats B?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 25 - Quiz


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 26 - Quiz

Welke fase heeft het water op plaats A?
A
Gas
B
Vast
C
Vloeibaar

Slide 27 - Quiz

In welke fase zit water als het mist?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar

Slide 28 - Quiz

3.4 Kookpunt en smeltpunt

Slide 29 - Slide

Smeltdiagram van water
  • Temperatuur onder het smeltpunt = vaste stof = ijs
  • Temperatuur tussen het smelt- en kookpunt = vloeibare stof = water
  • Temperatuur boven het kookpunt = gasvormige stof = waterdamp

Slide 30 - Slide

Wat is de fase van water
als het 65°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 31 - Quiz

Wat is de fase van water
als het 105°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 32 - Quiz

Het kookpunt
Tijdens het koken:
  • Temperatuur is 100 °C
  • De temperatuur blijft constant
  • Waterdampbellen ontstaan door de hele vloeistof

Het kookpunt is een stofeigenschap

Slide 33 - Slide

Verdampen en koken: overeenkomst
Bij allebei is er de
fase-overgang
van vloeibaar
naar gasvormig

Slide 34 - Slide

Verdampen en koken: verschillen
Verdampen:
  • Gebeurt alleen aan het oppervlak
  • Kan tussen het smelt- en kookpunt  plaatsvinden
  • Water kan dus verdampen tussen 0 en 100 °C!

Koken:
  • Kan alleen bij het kookpunt!

Slide 35 - Slide

Smeltpunt en kookpunt
  • Onder het smeltpunt =
    vaste fase
  • Tussen smelt- en kookpunt = vloeibare fase
  • Boven het kookpunt = gasvormige fase


Slide 36 - Slide

Laten we eens even samen kijken...

Tussen welke 
temperaturen is
alcohol een gas en
water vloeibaar ?

Slide 37 - Slide