6.3 Samenleven

Kringloop van koolstof (C)
Koolstof is een van de belangrijkste elementen voor levende organismen.
Glucose (fotosynthese), andere koolhydraten (suikers), vetten en eiwitten zijn voor een groot gedeelte opgebouwd uit koolstof atomen. Waar komen die vandaan? Uit het CO2 dat door planten is omgezet naar glucose door fotosynthese.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kringloop van koolstof (C)
Koolstof is een van de belangrijkste elementen voor levende organismen.
Glucose (fotosynthese), andere koolhydraten (suikers), vetten en eiwitten zijn voor een groot gedeelte opgebouwd uit koolstof atomen. Waar komen die vandaan? Uit het CO2 dat door planten is omgezet naar glucose door fotosynthese.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Stikstofkringloop
In de bodem zit nitraat.
1. Planten nemen nitraat op.
2. Planten maken met nitraat eiwitten 
3. Dieren eten en verteren plantaadige eiwitten.
4. Dieren maken eigen dierlijke eiwitten.
5. Dode resten en afvalstoffen (ureum) worden afgebroken door reducenten.
6. Door afbraak komt weer nitraat in de bodem.
6a Ureum > ammoniak. 6b ammoniak > nitriet. 6c nitriet > nitraat


Slide 3 - Slide

6.3 Samenleven

Biologisch evenwicht, Samenwerken, Rangorde, Territorium, Symbiose, Mutualisme, Commensalisme, Parasitisme

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Lesdoelen: 
- Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is
- Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting


Slide 5 - Slide

Evenwicht
Populatie grootte: aantal organismen van dezelfde soort in gebied.
Populatie grootte hangt af van:
  • Biotische factoren 
  • Abiotische factoren
De populatiegrootte schommelt om evenwichtswaarde: biologisch evenwicht



Slide 6 - Slide

biologisch evenwicht: er is evenwicht tussen organismen
De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
Biologisch evenwicht konijnen - vossen

Slide 7 - Slide

Samenleven
Relaties in en tussen populaties: 
Concurrentie: 
   Competitie partner, plek & voedsel 
- Samenwerken:
  Jagen (leeuwen), verdedigen (vissen) 
  mieren (taakverdeling kolonie).
                                                                           
Stokstaartje houdt de wacht

Slide 8 - Slide

Relaties binnen populatie

Rangorde: Eén dier is dan de baas.
Territorium: Gebied waar één dier leeft, of een groep dieren van dezelfde soort. Andere soortgenoten mogen er niet in. 

Paarvorming: Mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten.

Slide 9 - Slide

Relaties binnen populatie
- Rangorde
- Territorium
- Paarvorming
Bij sommige soorten vindt elk jaar opnieuw paarvorming plaats maar bij zwanen blijven man en vrouw hun hele leven bij elkaar.

Slide 10 - Slide

Relaties tussen soorten
Symbiose: langdurige relatie tussen individuen van verschillende soorten.
  • Mutualisme: beide individuen voordeel van relatie
  • Commensalisme: 1 individu voordeel, ander neutraal 
  • Parasitisme: 1 individu voordeel, ander nadeel.

Het Individu (parasiet) leeft op of in een individu van een ander soort (gastheer).  Parasiet: dier, plant of schimmel.

Slide 11 - Slide

Relaties tussen soorten

Mutualisme
Relatie waarbij beide soorten voordeel hebben (win win)

Slide 12 - Slide

Mutualisme
Beide soorten hebben voordeel van de symbiose (samenlevingsvorm)
+      + 
Korstmos: Schimmel + algen
Kunnen niet zonder elkaar leven

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Parasitisme
Parasiet -  Gastheer
Teek
Zombieschimmel
Warkruid (geen bladgroen)

Slide 16 - Slide

Samengevat:

Biologisch Evenwicht
Samenwerken of concurrentie 
Rangorde Territorium Paarvorming
Symbiose, mutualisme, commensalisme, parasitisme 

Slide 17 - Slide