Bezittelijke voornaamwoordenEr staat vaak een zelfstandig naamwoord na een bezittelijk voornaamwoord.
~ Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
~ Gaan we naar zijn huis of naar jouw huis?
~ Waar staan jullie tassen?
~ De dolfijn slikt zijn vis in één keer in.
~ De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.