2G ch5 semaine 24

• Frans
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2

Préparation

Log in op lessonup.app                                 

Sur la table

-chromebook

-cahier d'activités 

-stylo

-weekplanner

Sain et sauf!

SO maken

naam op je blaadje

Praten en spieken = 1

Klaar: Maak de oefentoets online

semaine 23 et 24

• Ik ken woorden en zinnen die met gezondheid te maken hebben
• Ik weet hoe je de g en de q uitspreekt
• Ik kan vertellen over sport en gezondheid 

Sain et sauf

Au travail

Samen: blok G opdr 27abc

Zelfstandig 

L: EFG p.40 en/of slim stampen

Planning:
week 24  SO voca E,F,G

Toetsweek: 

Eindtoets ch 5

+ schrijfopdracht 

Devoirs

dinsdag 4 juni 

M: blok E

L: voca E

Planning:
week 24  SO voca E,F,G

Toetsweek: 

Eindtoets ch 5

+ schrijfopdracht 

Devoirs

Maandag 10 juni 

M: blok F

L: voca F

Planning:
11 juni  SO voca E,F,G

Toetsweek: 

Eindtoets ch 5

+ schrijfopdracht 

Phrases-clés 

• Tu es en bonne santé
• Ben je gezond?

• Oui, je ne suis jamais malade
• Ja, ik ben nooit ziek

p. 34

Phrases-clés 

• Tu fais du sport?
• Doe je aan sport?

p. 29

Phrases-clés G

• Oui, je fais du foot
• Ja, ik voetbal

Phrases-clés G

• Tu fais souvent du foot?
• Voetbal je vaak?

Phrases-clés G

Oui, trois fois par semaine

Ja , drie keer per week

Phrases-clés G

Est-ce que tu manges bien?

Eet je goed?

Oui, je mange beaucoup de fruits

Ja, ik eet veel fruit

Au travail

Samen: blok G opdr 27abc

Zelfstandig 

L: EFG p.40 en/of slim stampen

Planning:
week 24  SO voca E,F,G

Toetsweek: 

Eindtoets ch 5

+ schrijfopdracht 

Au travail

Samen: blok G opdr 27abc

Zelfstandig 

L: EFG p.40 en/of slim stampen

(= leren voor de toets)

Planning:
week 24  SO voca E,F,G

Toetsweek: 

Eindtoets ch 5

+ schrijfopdracht 

Faire du / Faire de la + sport

faire du tennis

faire du vélo

faire du basket

faire du foot

bij balspelen kan je ook 'jouer au' gebruiken
Jouer au tennis / jouer au foot/ jouer au basket / jouer au hockey

Les sports 

1.

2.

3.

4.

5.

Faire de la danse

Faire de l'équitation

Faire de la natation

Faire du ski

Faire du jogging

Faire du vélo

Phrases-clés G

• Tu fais du sport?
• Doe je aan sport?
• Oui, je fais du tennis
• Ja, ik tennis

Phrases-clés G

• Tu fais du sport?
• Doe je aan sport?
• Oui, je fais du basket
• Ja, ik basketbal

Phrases-clés G

• Tu fais du sport?
• Doe je aan sport?
• Oui, je fais de la danse
• Ja, ik dans

Phrases-clés G

Oui, je fais du foot

Ja ik voetbal

Phrases-clés G

• Tu fais souvent du foot?
• Voetbal je vaak?
• 
  
• Oui, trois fois par semaine
• Ja, drie keer per week

Phrases-clés G

Oui, trois fois par semaine

Ja , drie keer per week

Zeg welke sport je doet en hoe vaak je traint (maak een hele zin)

Au travail

Samen: blok F opdr 23 + 24a,b

Zelfstandig: blok F

Klaar? Aftekenen: 22 en 23

Slim stampen voca E en F

Planning:
week 24  SO voca E,F,G

Toetsweek: 

Eindtoets ch 5

+ schrijfopdracht 

p. 30

1) Elisa de Almeida

2) Clémentine Thomar

3) Anders Vejrgang

Stel een vraag over ...

Devoirs

Maandag 10 juni 

M: blok F

L: voca F

Planning:
11 juni  SO voca E,F,G

Toetsweek: 

Eindtoets ch 5

+ schrijfopdracht