Leren herhalen

Leermanieren
Na deze les weet jij: 
  • Hoe je leert
  • Hoe je leerstof beter kunt onthouden
1 / 71
next
Slide 1: Slide
WoordenschatMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 71 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leermanieren
Na deze les weet jij: 
  • Hoe je leert
  • Hoe je leerstof beter kunt onthouden

Slide 1 - Slide

Voor de eerste toetsweek hebben we het over verschillende leermanieren gehad. 
 

Slide 2 - Slide

De leermanieren zijn te gebruiken bij de
voorbereiding op een toets(week)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


Een leermanier is een hulpmiddel om je werkgeheugen aan te zetten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Herhalen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Chunken
Probeer de volgende rij cijfers te onthouden: 
1998101058255361
timer
0:30

Slide 9 - Slide

Wat was het antwoord?

Slide 10 - Open question

Chunken
Probeer de volgende rij cijfers te onthouden: 
1998   1010   5825    5361 
timer
0:45

Slide 11 - Slide

Wat was het antwoord?

Slide 12 - Open question

Woordjes leren
1) Hardop lezen
2) Woordjes programma's
3) Hand op de woordjes
4) Memory kaartjes en/of flitskaarten
5) Maak woorden visueel
6) Maak een mindmap van de woordjes

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Nederlands
Woordenschat hoofdstuk 4 en 5
Theorie leren (twee groene blokjes)
Oefeningen maken 
Woordenlijst leren

Slide 15 - Slide

Wie wint met onthouden?
1. Doorlezen
2. Overschrijven
3. Jezelf overhoren


timer
7:00

Slide 16 - Slide

Woorden hoofdstuk 4
timer
7:00

Slide 17 - Slide

Groep 1 
Arriveren 

Slide 18 - Slide

Arriveren =
Aankomen

Slide 19 - Slide

Groep 2
Aanpassen

Slide 20 - Slide

Aanpassen =
Voor een doel geschikt maken

Slide 21 - Slide

Groep 3
Bieden

Slide 22 - Slide

Bieden = Geven 

Slide 23 - Slide

Groep 1
Droppen

Slide 24 - Slide

Droppen = Neerzetten

Slide 25 - Slide

Groep 2
Rondom

Slide 26 - Slide

Rondom = Eromheen

Slide 27 - Slide

Groep 3
Tarief 

Slide 28 - Slide

Tarief = Bedrag

Slide 29 - Slide

Groep 1
Virtueel 

Slide 30 - Slide

Virtueel = Denkbeeldig, niet echt bestaand 

Slide 31 - Slide

Groep 2
Waarschijnlijk

Slide 32 - Slide

Waarschijnlijk = Vermoedelijk 

Slide 33 - Slide

Groep 3
Vermijden

Slide 34 - Slide

Vermijden = Ervoor zorgen dat iets er niet komt of niet gebeurt 

Slide 35 - Slide

Wie wint met onthouden?
3. Doorlezen
1. Overschrijven
2. Jezelf overhoren


timer
7:00

Slide 36 - Slide

Uitdrukkingen hoofdstuk 4
timer
7:00

Slide 37 - Slide

Groep 1 

Dat is niet meer van deze tijd 

Slide 38 - Slide

Dat is niet meer van deze tijd = 
Dat is heel ouderwets 

Slide 39 - Slide

Groep 2 
De tijd vliegt 

Slide 40 - Slide

De tijd vliegt =
Hij gaat snel voorbij 

Slide 41 - Slide

Groep 3 
De tijd zal het leren 

Slide 42 - Slide

De tijd zal het leren =
Later zullen we het weten

Slide 43 - Slide

Groep 1 

Het zal zijn tijd wel duren 

Slide 44 - Slide


Het zal zijn tijd wel duren = 
Hij maakt zich er niet druk over 

Slide 45 - Slide

Groep 2 

De tijd hebben 

Slide 46 - Slide

De tijd hebben = 
Je niet hoeven haasten 

Slide 47 - Slide

Groep 3

Met de tijd meegaan 

Slide 48 - Slide

Met de tijd meegaan = Je aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen

Slide 49 - Slide

Wie wint met onthouden?
2. Doorlezen
3. Overschrijven
1. Jezelf overhoren


timer
7:00

Slide 50 - Slide

Woorden hoofdstuk 5
timer
7:00

Slide 51 - Slide

Groep 1 
Bekend

Slide 52 - Slide

Bekend =
Iets dat veel mensen kennen

Slide 53 - Slide

Groep 2
Bewonderen

Slide 54 - Slide

Bewonderen =
Heel mooi vinden 

Slide 55 - Slide

Groep 3
Dateren van 

Slide 56 - Slide

Dateren van =
Afkomstig zijn uit de tijd van

Slide 57 - Slide

Groep 1
Elegant

Slide 58 - Slide

Elegant =
Sierlijk

Slide 59 - Slide

Groep 2
Erkenning

Slide 60 - Slide

Erkenning =
Waardering

Slide 61 - Slide

Groep 3
Exemplaar

Slide 62 - Slide

Exemplaar =
één ding van iets waarvan er nog meer zijn 

Slide 63 - Slide

Groep 1
Noodzakelijk

Slide 64 - Slide

Noodzakelijk =
Absoluut nodig 

Slide 65 - Slide

Groep 2
Passeren

Slide 66 - Slide

Passeren =
Voorbijgaan

Slide 67 - Slide

Groep 3
Tegelijk

Slide 68 - Slide

Tegelijk =
Op hetzelfde ogenblik

Slide 69 - Slide



Welke groep of leermanier wint?

Slide 70 - Slide

                   Leerflyer

Slide 71 - Slide