les 2- strafrecht; de opsporing

De opsporing
les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De opsporing
les 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
- Je kunt het verschil tussen rechtshandhaving en rechtsbescherming uitleggen.
- Je kan uitleggen wat het verschil is tussen overtredingen en misdrijven.
-Je kan de opsporingsbevoegdheden van de politie uitleggen
-Je kan uitleggen hoe het verloop van een strafproces is.
-Je kan uitleggen wat de rol is van de OVJ betreffende rechtsvervolging.

Slide 2 - Slide

Vakbegrippen

rechtshandhaving
rechtsbescherming
geweldsmonopolie 
misdrijven
overtreding
criminaliteit
dwangmiddelen


seponeren
schikken
vervolgen

Slide 3 - Slide

Rechtshandhaving
   door de overheid

Rechtsbescherming
   voor de overheid

Slide 4 - Slide

Rechtshandhaving
geweldsmonopolie

Slide 5 - Slide

rechtshandhaving
De rechtsstaat zorgt voor:
  • Rechtshandhaving: Controleert of burgers zich aan de regels houden en stuurt waar nodig bij. De overheid heeft geweldsmonopolie.
  • Rechtsbescherming: De burger beschermen tegen andere burgers en de overheid.

Slide 6 - Slide

Geweldsmonopolie
-Er mag alleen geweld worden gebruikt als er geen andere opties zijn.
-De politie mag ook niet meer geweld gebruiken dan nodig.
-In geen geval mag politiegeweld als straf worden toegepast.
-Aan het gebruik van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf.

Slide 7 - Slide

casus Mitch Henriquez

Slide 8 - Slide

Wat wordt bedoeld met het geweldsmonopolie?
A
Dat is als je met de pionnen gaat gooien bij een potje monopolie als je gaat verliezen
B
Dat betekent dat alleen de overheid geweld mag gebruiken (politie)
C
Dat betekent dat je zelf mag bedenken welke straf iemand krijgt bij een misdrijf

Slide 9 - Quiz

misdrijven en overtredingen
Overtredingen:
  • Minder ernstige strafbare feiten.
  • Worden vaak met een boete afgedaan.
  • Poging tot niet strafbaar
  • Kantonrechter
  • Bijvoorbeeld: door rood rijden, vissen zonder vispas, zwartrijden of wildplassen.
Misdrijven:
  • Ernstige strafbare feiten
  • Altijd een officier van justitie bij betrokken.
  • Poging tot strafbaar
  • Politierechter of meervoudige kamer 
  • Bijvoorbeeld: rijden onder invloed, mishandeling, drugshandel of  moord.

Slide 10 - Slide

Overtreding 
Misdrijf 

Slide 11 - Drag question

Bevoegdheden politie (zonder toestemming)
Zonder toestemming mag de politie een verdachte:
  • Staande houden.
  • Arresteren.
  • Fouilleren.
  • Vasthouden op het bureau (maximaal 9 uur).
  • Bewijsmateriaal in beslag nemen.

Slide 12 - Slide

bevoegdheden politie (met toestemming)
Met toestemming van een officier van justitie of rechter-commissaris mag de politie:
  • Een woning binnentreden. Doorzoeken kan alleen met een huiszoekingsbevel.
  • Iemand langer dan negen uur vasthouden.
  • Preventief fouilleren.
  • Telefoongesprekken afluisteren en internetverkeer aftappen.
  • Infiltreren in misdaadorganisaties.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

procedure van een strafproces
  1. De politie doet onder leiding van officier van justitie onderzoek(en) naar een zaak. Na elk onderzoek wordt er een proces-verbaal opgemaakt.
  2. De officier van justitie bepaalt of er voldoende bewijs is voor een rechtszaak.
  3. Als er voldoende bewijs is, wordt de zaak voorgelegd aan een rechter.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bezoek de website: https://www.politie.nl/gezocht-en-vermist/gezochte-personen

Welke personen worden gezocht uit jouw omgeving en waar worden ze van verdacht?

Slide 17 - Open question

Bekijk de nationale opsporingslijst. Wie besluit hoe hoog de beloning is?

Slide 18 - Open question