EHBO verschillende letsels

EHBO 
'eigen veiligheid eerst'
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

EHBO 
'eigen veiligheid eerst'

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je doen tijdens de les
Huiswerk tonen (taak 1 en 2)
Lesson-up over het handelen bij lichte brandwonden en andere kleine ongevallen
Start met verbandleer -> materialen en toepassing

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je ziet dat er een man op de stoep ligt. Wat doe je als eerste?
A
Ik roep direct hulp in
B
Ik vraag hem wat er gebeurd is
C
ik kijk of de omgeving veilig is
D
Ik stel hem gerust

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bij een bijensteek leg je een coldpack op de steekplaats
A
Dit is waar
B
Dit is is niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij een wespensteek in de mond
A
Bel je 112
B
Ga je direct naar de SEH

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen bij een tekenbeet?
A
Plek waar de teek zit deppen met azijn
B
Teek met de vingers eruit trekken
C
Teek verwijderen met tekentang
D
Teek gaat er vanzelf uit

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke ziekte kan ontstaan na een tekenbeet?
A
Ziekte van Klein
B
Ziekte van Graves
C
ziekte van Hashimoto
D
Ziekte van Lyme

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je met een tekenbeet?
A
Laten zitten, valt er vanzelf uit
B
Verdoven met alcohol
C
Weghalen met je nagel
D
Weghalen met een tekentang

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat noteer je bij een tekenbeet?
A
Datum en plekje op je lichaam waar teek zat
B
Jaar en plekje
C
Niets
D
Datum en locatie waar je gebeten bent

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welk kenmerk van vergiftiging behoort tot een gevaarlijk symptoom?
A
Huidirritatie
B
Brandwonden
C
Zweten
D
Problemen met ademhaling

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

bij een vergiftiging moet je het kind altijd laten braken
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Wat zie je en stel je vast bij oogletsel?

A
Het oog wordt dichtgeknepen.
B
Het slachtoffer kan angstig en onrustig zijn.
C
Het oog doet pijn en traant soms.
D
Er is sprake van bloeding

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer spreken we NIET van oogletsel?
A
Een vuiltje in het oog
B
Houtsplinters in het oog
C
Kruit van vuurwerk in het oog
D
Bijtende stof in het oog

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Oorzaken van oogletsel:
Oogletsel wordt meestal veroorzaakt door een trauma van binnenuit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz


Buitenaf
bijvoorbeeld wanneer een voorwerp tegen het oog is geschoten, er een voorwerp in het oog is gekomen of een chemische vloeistof in het oog is gespat.
Bij oogletsel vervoer je het slachtoffer bij voorkeur
A
zittend
B
liggend

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Bij bijtende stof in het oog
A
spoel je het oog minstens 10 minuten
B
spoel je het oog minstens 15 minuten
C
moet het oog open gehouden worden
D
moet het oog gesloten blijven

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe stop je het bloeden bij iemand met een tand door de lip?
A
je plakt een pleister op de lip en vervangt hem indien nodig
B
je dept de wond met een gaasje tot het bloeden is gestopt
C
je houdt een steriel gaasje tien minuten op de wond
D
je dept de wond met een watje tot het bloeden is gestopt.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Tand eruit? Wat is het beste om te doen?
A
In een bekertje water doen
B
In een bekertje melk doen
C
Niet bij de wortel pakken
D
Terugplaatsen op de plek

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als eerste als iemand zich verslikt
A
Ik start met het geven van de vijf buikstoten
B
Ik vraag mijn collega om direct 112 te bellen
C
Ik stimuleer het slachtoffer om te hoesten
D
Ik met het geven van mond op mond beademing

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan geen oorzaak van een bloedneus zijn?
A
klap op de neus
B
een erge stank
C
sterke wisseling van temperatuur
D
neuspeuteren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Met een bloedneus moet je..
A
Voorover buigen en 10 minimaal blijven zitten
B
Achterover buigen en 10 min minimaal blijven zitten

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Brandwonden moet je
A
10 min koelen met ijs
B
10 min koelen met koud water
C
10 min koelen met lauw water
D
alleen insmeren met after sun

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Bij verslikken
A
komt het voedsel in de slokdarm terecht
B
komt het voedsel in de luchtpijp terecht

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Is deze brandwond
A
1e graads?
B
2e graads?
C
3e graads?

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een ...... brandwond
A
Eerste graads
B
Tweede graads
C
Derde graads

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als iemand geen ademhaling meer heeft bij een verslikking?
A
112 bellen
B
reanimeren
C
buikstoten geven
D
rug slagen geven

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


Is deze brandwond
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen met iemand die brandwonden heeft?
A
Het slachtoffer in een blusdeken wikkelen.
B
Niets doen en wachten op hulp.
C
Even koelen met water en dan warm inpakken.
D
Direct onder lauw water koelen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Verbandleer
Werk in groepjes
  1. Wat zie je op de plaatje?
  2. Waar gebruik je het voor?
  3. Bij welk letsel gebruik je dit materiaal (kijk hiervoor in de tekstbron)
  4. Schrijf de info van punt 1, 2, en 3 onder het plaatje

Slide 29 - Slide

This item has no instructions