Klas 2 - woordenschat - vaste voorzetsels

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 3 - Slide

10 MIN. 
LEZEN
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Vandaag

  • Uitleg periode 2
  • Woordenschat H3  
  • Maken opdrachten

Slide 5 - Slide

Wat gaan we in periode 2 doen?
Inleveren boekopdracht: uiterlijk 1 december 

Hoofdstuk 3 en 4: toets woensdag 25 januari
  • GRAMMATICA
  • SPELLING 
  • WOORDENSCHAT


Slide 6 - Slide

Woordenschat (blz. 88)
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen 



Slide 7 - Slide

Wat zijn voorzetsels? Schrijf er drie op.

Tip:
De vogel vliegt ... de kast 
timer
0:30

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen zin 1 en 2?


1. Op de basisschool leer je rekenen.

2. Ik kan altijd op mijn vrienden rekenen.

Slide 9 - Slide

Werkwoorden met een vast voorzetsel

 
1. Op de basisschool leer je rekenen.

2. Ik kan altijd op mijn vrienden rekenen.

Slide 10 - Slide

Voorzetseluitdrukkingen

Maak een zin met één van deze voorzetseluitdrukkingen:

met behulp van
in verband met 
door middel van 



timer
0:30

Slide 11 - Slide

Je gaat nu bezig met de voorzetsels/ voorzetseluitdrukkingen!


Maken: opdracht 1, 2, 3 (blz. 89)

Slide 12 - Slide

Welke uitdrukkingen over geld horen bij de plaatjes?

1.                                               2.                                                          3. 

Slide 13 - Slide