Voorbereiding Reparatietoets_ER IR RE être avoir aller

Reparatietoets Chapitre 1
Werkwoorden leren is over het algemeen niet het meest populaire gedeelte wanneer mensen een taal leren. Lange rijtjes, veel uitzonderingen en geen idee hoe alle tijden en uitgangen uit elkaar gehouden moeten worden. Maar werkwoorden zijn wel bijzonder belangrijk; iedere zin bevat minimaal één werkwoord, maar meestal meerdere.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Reparatietoets Chapitre 1
Werkwoorden leren is over het algemeen niet het meest populaire gedeelte wanneer mensen een taal leren. Lange rijtjes, veel uitzonderingen en geen idee hoe alle tijden en uitgangen uit elkaar gehouden moeten worden. Maar werkwoorden zijn wel bijzonder belangrijk; iedere zin bevat minimaal één werkwoord, maar meestal meerdere.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Vind jij het nuttig om werkwoorden te leren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Noem zoveel mogelijk werkwoorden die op ER eindigen

Slide 4 - Mind map

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Het werkwoord finir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous

Vous
Ils/Elles
finis
finissent
finit
finissez
finissons
finis

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

PRÉSENT
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
Uitgangen:
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
Uitgangen:
-s, -s, ..., -ons, -ez, -ent
Uitgangen: 
-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Imparfait = verleden tijd
Hoe maak je de imparfait?

Neem de nous-vorm van de tegenwoordige tijd
Haal ONS er vanaf
Plak de uitgangen erachter
AIS
AIS
AIT

IONS
IEZ
AIENT

Slide 12 - Slide

Traduis: nous avions

Slide 13 - Open question

Traduis: jij hebt gehad

Slide 14 - Open question

Traduis: hij heeft

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Welk hulpwerkwoord gebruik je bij het werkwoord 'aller'?

Slide 17 - Open question

Traduis: jullie gingen

Slide 18 - Open question

Traduis: jullie gaan

Slide 19 - Open question

Traduis: jullie zijn gegaan

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

être heeft een onregelmatige imparfait. Wat is de stam?

Slide 22 - Open question

Traduis: hij is geweest

Slide 23 - Open question

Traduis: u bent

Slide 24 - Open question

Extra oefenen?

Bij "temps" kies de juiste tijden
Bij "verbes irréguliers" kies être, avoir, aller
Bij "verbes réguliers" kies ER, IR, RE werkwoorden

Slide 25 - Slide

Ik ga goed scoren op de "reparatietoets"!
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll