Klas 4 - week 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Klas 4 - week 49

Bonjour! 

Bonne année! 

Programme lundi le 6 janvier

Objectifs d'apprentissage

• Grammaire : l'imparfait & le passé composé 

Les exercices 

-Uitleg  

- Stencil maken 

|

"Manger une pomme"

Passé 

Verleden

Je mangeais

J'ai mangé 

Présent 

Heden

Je mange

Futur

toekomst

Je mangerai

Le passé composé 

• Bestaat uit twee delen: hulpwerkwoord (hebben of zijn) + voltooid deelwoord
• Ik ben geweest / ik heb gedaan / wij hebben gesproken 

Bron: https://www2.snh.be/frans/conjugaison/temps/passecomp.htm

L'imparfait 

Je maakt de imparfait door: 

1.  Nous vorm van de présent  - Parlons 
2. Haal ONS  weg  - PARL
3. Vul de juiste uitgang in: 

Wanneer gebruik je welke tijd? 

Imparfait: Een situatie beschrijven / een gewoonte beschrijven (uit het verleden)

Voorbeelden: 

Wanneer gebruik je welke tijd? 

Passé composé : Een actie is afgerond is of een opvolging van acties

Voorbeelden: 

- Hier, nous nous sommes levés tard - Gisteren zijn we laat opgestaan

- Hier, elles ont discuté toute la soirée - Gisteren hebben ze de hele avond gediscussieerd. 

- Il s'est levé, il a pris une douche 

- Je t'ai téléphoné trois fois ce week-end