This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
6.5 bevruchting bij dieren
Slide 1 - Slide
Bloem onderdelen met hun kenmerken en functies
Kelkblad
Kroonblad
Meeldraden
Stamper
Mannelijk voortplantingsorgaan
Stempel, stijl, vruchtbeginsel
Lokken insecten
Produceert eicellen (vrouwelijke geslachtscellen)
Helmdraden en helm-knoppen
Produceert stuifmeel (mannelijke geslachtscellen)
Beschermt de bloem tegen kou en uitdroging
Groot en kleurrijk, soms klein en groen.
Meestal groen
Slide 2 - Drag question
Zet de onderdelen in de juiste volgorde
Stuifmeel land op de stempel
21
T4
Eicel van de bloem wordt bevrucht
Stuifmeel beweegt door de buis naar de eicel
Bloem is omgezet naar vrucht en de plant is rijp voor voortplanting
Vrucht begint te ontwikkelen in de bloem
Slide 3 - Drag question
Welk geslacht heeft deze bloem?
Leerdoel 9
Je kunt beschrijven hoe de ongeslachtelijke voortplanting en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden geven bij planten.
Leerdoel 9
Je kunt beschrijven hoe de ongeslachtelijke voortplanting en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden geven bij planten.
Leerdoel 10
Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies en je kunt omschrijven wat eenslachtige en tweeslachtige bloemen zijn.
Leerdoel 10
Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies en je kunt omschrijven wat eenslachtige en tweeslachtige bloemen zijn.
A
Dit kun je niet zien aan deze afbeedlig
B
éénslachtig (mannelijk)
C
éénslachtig (vrouwelijk)
D
Tweeslachtig.
Slide 4 - Quiz
Bloemen zorgen voor de voortplanting van planten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Dieren?
Dieren maken geen stuifmeel. Bij dieren noem je dit namelijk zaadcellen of sperma.
Maar bevruchting is dus altijd het samensmelten van een zaadcel en een eicel.
Slide 6 - Slide
Inwendige bevruchting
Bij de meeste dieren vindt de bevruchting plaats
in het lichaam (inwendig)
Slide 7 - Slide
Uitwendige bevruchting
Bij sommige dieren vindt het samen komen van de eicel en zaadcel plaats buiten het lichaam (uitwendig).
Slide 8 - Slide
Geslachtelijk voorplanting bij dieren en planten
Uitwendige bevruchting bij vissen en kikkers
Slide 9 - Slide
Geslachtelijke voortplanting
Dit geld voor de veel planten en alle dieren!
Slide 10 - Slide
ongeslachtelijke voortplanting
Slide 11 - Slide
Ongeslachtelijke voortplanting
Vandaag leer je:
Het verschil tussen geslachtelijke voortplanting en ongeslachtelijke voortplanting;
Zes manieren van ongeslachtelijke voortplanting bij planten;
Meer over ongeslachtelijke voortplanting bij andere organismen.
Slide 12 - Slide
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Extra, niet leren
Slide 13 - Slide
Ongeslachtelijke voortplanting
Zaadplanten kunnen zich voortplanten door stuifmeelkorrels en eicellen. Ze kunnen zich ook voortplanten zonder dat er bevruchting plaatsvind!
Bij ongeslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen precies dezelfde erfelijke eigenschappen
als de ouder.
Stekken
met een mesje een stukje
van de stengel snijden
1
in een potje met water
wortels gaan zich vormen
2
Wortels groot genoeg?
planten in potgrond
in een bloempot
3
Bij celdeling worden de chromosomen gekopieerd
Slide 14 - Slide
Bol:
- wortels
- bolschijf
- rokken
Tussen de rokken zitten de knoppen.
Voorjaar: De plant ontstaat
uit 1 knop.
De andere knoppen ontwikkelen tot nieuwe bollen met dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant
BOLLEN
ongeslachtelijke voortplanting
reserve voedsel
Slide 15 - Slide
Ongeslachtelijke voortplanting (mitose)
Slide 16 - Slide
KNOLLEN (ongeslachtelijke voortplanting)
De knopen noem je 'ogen'. In het voorjaar lopen die knopen uit. Uit 1 knop groeit een nieuwe plant met precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant
Knollen
Slide 17 - Slide
Weefselkweek
Plantenkwekers doen veel aan ongeslachtelijke voortplanting. -> vermeerderen van planten
-> weefselkweek
De knoppen worden van de plant gesneden = groeipunt
Slide 18 - Slide
1. Kwal begint zijn leven als poliep
Poliep: is een diertje dat vastzit aan de grond
2. Dan ontstaan kleine kwaaltjes die aan elkaar vastzitten
3. De baby kwallatjes laten los en groeien uit tot
volwassen kwallen
4. Volwassen kwallen > bevruchting plaats
5. Uit de bevruchte eicel groeit ontstaat een larve
die uitgroeit tot een poliep
De onsterfelijke kwal kan de cirkel ook achterstevoren doorlopen! Hij kan er dus altijd voor kiezen om weer jong te worden. Vandaar zijn naam.