wasverzorging

Welkom!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Bij wasverzorging hoort....
* wasgoed sorteren
* wasgoed bewaren
* wasgoed voorbereiden
* kiezen en doseren van wasmiddel
* wasgoed wassen, strijken, vouwen en drogen

Slide 2 - Slide

Ik doe thuis de was.....
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Sorteren van wasgoed
  • Kleur
  • Vuilgraad
  • Materialen en grondstof
  • Temperatuur

Slide 4 - Slide

Hoofdgroepen van de was
  •     Wit of lichtgekleurd
     ​
  •     Bont (kleur of donker)​

  •     Fijne was ​

  •     Wasgoed dat met de hand gewassen moet worden

Slide 5 - Slide

Noem 2 hoofdgroepen van de was.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Wat lees je op een was-etiket?

Slide 8 - Mind map

Wasmiddelen
Witte was ------>

Bonte was ----->

Zwarte was ---->

Fijne was ------>

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

op hoeveel graden wassen is het advies?
A
op 40 graden of warmer
B
minder dan 40 graden
C
op 40 graden of kouder
D
dit kledingstuk mag niet gewassen worden

Slide 11 - Quiz

Als ik dit etiket zie, weet ik
A
dat ik het op de hand moet wassen
B
dat ik het heet kan wassen
C
dat het synthetisch is
D
dat het een natuurproduct is

Slide 12 - Quiz

dit etiket geeft aan om het beter niet ....
A
zelf wassen
B
in de droogtrommel doen
C
chemisch reinigen
D
bleken

Slide 13 - Quiz

Deze symbolen geven aan ....
A
welke chemische reiniging
B
hoe lang het in de droogtrommel mag
C
hoe heet het in de droogtrommel mag
D
welke oplosmiddelen je mag gebruiken

Slide 14 - Quiz

Als je dit symbool ziet weet je dat ..
A
je niet mag strijken
B
je niet hoeft te strijken
C
je zelf mag kiezen
D
Je wel moet het strijken

Slide 15 - Quiz

Op een samenstellingsetiket kun je zien waar het materiaal van gemaakt is
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Deze symbolen geven informatie over....
A
bleken, niet bleken of met chloor bleken
B
bleken, of niet bleken
C
is een verkeersbord
D
heeft met professionele reiniging te maken

Slide 17 - Quiz

Dit kledingstuk, gemaakt van wol, kan heet gewassen worden
A
ja
B
nee
C

Slide 18 - Quiz

Wat staat er op een samenstellingsetiket?

Slide 19 - Open question

Wat staat er op een behandelingsetiket?

Slide 20 - Open question

Textiel
Textiel kan gemaakt zijn van verschillende vezels:
- natuurlijke vezels
- synthetische vezels
- halfsynthetische vezels

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wol komt van een
A
Plant
B
Boom
C
Rups
D
Schaap

Slide 25 - Quiz

Zijde komt van een
A
Rups
B
Plant
C
Boom
D
Schaap

Slide 26 - Quiz

Was sorteren
Sorteren betekent soort bij soort doen.
Je let op:
- vezels
- temperatuur
- kleur
- hoe vies is de was?

Slide 27 - Slide

Bonte
was
Donkere
was
Witte
was
Fijne was

Slide 28 - Drag question

Wassen in de wasmachine
Welk wasprogramma je gebruikt is afhankelijk van welke was je gaat wassen.
Centrifugeren betekent dat de trommel snel ronddraaid. Zo wordt er water uit het wasgoed 'geslingerd'.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Wasmiddelen
Er zijn verschillende soorten wasmiddelen.
Er bestaan ook verschillende speciale wasmiddelen om lastige vlekken weg mee te wassen.
Achterop de verpakking staat de dosering van het middel.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Aan de slag:

- Overhemd strijken
- Kleding vouwen
- Was sorteren op kleur en tempratuur.

Slide 34 - Slide