Noord-Europa

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 7

Noord-Europa

Quiz time 

Wat is het landschap in IJsland?

1. Savanne
2. Tropisch regenwoud
3. Toendra
4. Pool klimaat

De eurozone? Wat betekent dat?

1. Je kunt in deze landen niet met de euro betalen
2. deze landen zijn lid van de Europese Unie
3. deze landen zijn niet lid van de Europese Unie
4. In deze landen kun je met de euro betalen

In IJsland vind je iets bijzonders met water en warmte. Hoe heet dit fenomeen?

1. Vulkanen
2. Geiser
3. Sauna's
4. Bubbelbad

Een geiser valt onder?

1. Vulkanen
2. Warmwaterbron
3. Waterbron
4. Waterval

welk land is land D?

1. Denemarken
2. Finland
3. Zweden
4. Noorwegen

Welk land is land F?

1. Estland
2. Finland
3. Litouwen
4. Letland

Wat zijn wisselkoersen?

1. De prijs die je betaalt als je een muntsoort wilt kopen
2. de prijs die je betaalt als je munt het niet meer doet
3. De prijs die je betaalt als je digitaal wilt betalen
4. De prijs die je betaalt als je een munteenheid wilt inwisselen voor een andere munteenheid

Wat betekent overbevissing?

1. Er worden geen vissen gevangen
2. Er worden te veel vissen gevangen dan dat er geboren worden
3. Er worden meer vissen geboren dan dat er gevangen worden
4. Er worden te veel vissen gevangen

Welke wateren of
gebieden is nummer 8?

1. Noordzee
2. Scandinavië
3. Atlantische oceaan
4. Oostzee

Welke wateren of
gebieden is nummer 5?

1. Noordzee
2. Oostzee
3. Atlantische Oceaan
4. Noordelijke IJszee

Welke plaats is nummer 4?

1. Helsinki
2. Stockholm
3. Kopenhagen
4. Oslo

Welke plaats is nummer 2?

1. Stockholm
2. Oslo
3. Helsinki
4. Kopenhagen

Wat wordt er bedoelt met welvaart?

1. Welvaart is hoe slecht het met je gaat over geld, werk en bezit
2. Welvaart is hoe goed iemand het heeft
3. Welvaart is hoe goed het gaat op het gebied van geld, werk en bezit
4. Welvaart is hoe goed het met iemand gaat op het gebied van geld

Wat betekent onafhankelijk?

1. Dat betekent dat je zelfstandig bent en dat je zelf beslissingen neemt
2. Iemand anders beslist voor je
3. Jij beslist voor iemand anders
4. De juf of meester beslist voor je

Hoe heet land H?

1. Estland
2. Litouwen
3. Letland
4. IJsland

Wat zijn productiebossen?

1. De bomen staan er gewoon. Dat hebben mensen niet gedaan
2. De bomen staan daar voor de dieren
3. De bomen staan daar voor het beschermen van mensen
4. De bomen staan daar voor het geld. Er wordt geld mee verdient

Leg in je eigen woorden uit wat open grenzen betekend?

Hoe heet de
bovenste lijn?