2HV 2 feb H3 bron AB

Bonjour!
We starten over een paar minuten. Lees alvast in Learnbeat de lesstof door en leg je boeken klaar.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour!
We starten over een paar minuten. Lees alvast in Learnbeat de lesstof door en leg je boeken klaar.

Slide 1 - Slide

Qu'est qu'on fait aujourd'hui?
- bron A répétition vocabulaire
- bron D: uitspraak
- bron B : lire

let op: 9 feb vrij, 16 feb SO over bron ABD én de ww avoir en être, zie learnbeat

Slide 2 - Slide

Qu'est-ce que c'est?
A
un gâteau
B
un début
C
un café

Slide 3 - Quiz

Elle est ..................... zangeres
A
chanteurs
B
chanteuse
C
chanteur

Slide 4 - Quiz

Matt Pokora est ........................... d'origine.
A
polonais
B
belge
C
français
D
moracain

Slide 5 - Quiz

......................... la loterie
A
écouter
B
décider
C
gagner
D
téléphoner

Slide 6 - Quiz

Elle est prête. Wat betekent prête?

Slide 7 - Open question

Wat is correct?
A
il décide
B
il décident
C
il décides

Slide 8 - Quiz

Welke stad is bekend om de "rode loper"?
A
Marseille
B
Cannes
C
Nice
D
Toulouse

Slide 9 - Quiz

bron D
luisteren naar dialoog

Slide 10 - Slide

bron B lezen/lire
-Les débuts de Jenifer : a gagné the voice of France-Graines de Star p 41 teksboek
- les titres
- le vocabulaire p 129 livre d'exercices
- signaalwoorden!
 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

zelfstandig werken
maak digitaal de oefeningen bron B , oef 8 9 10 van hoofdstuk 3
Lees de tekst op p. 41 van je tekstboek, gebruik de woordenlijst van bron B in je werkboek erbij.
Maak de zelftest avoir en être, de link staat in learnbeat (verplicht!)

Snel klaar? Slim stampen overhoren bron B gaan maken of zelfstandig de woordjes van B leren.
Vragen stellen kan in de chat, je hoeft je niet af te melden in de meet. 

Slide 13 - Slide

opdrachtvooruitblik bron C: imparfait- de verleden tijd
Maak een lijstje met alle werkwoorden in de verleden tijd in tekst B, op volgorde. Het zijn er minimaal ...........................

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoeveel werkwoorden in de verleden tijd heb jij gevonden?

Slide 16 - Open question