3.1 Stofeigenschappen

Wat gaan we doen?
- Wat weet je al?
- Uitleg 3.1
- Huiswerk
Pak blz 121 voor je!

Je leert aan welke eigenschappen je stoffen kunt herkennen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
- Wat weet je al?
- Uitleg 3.1
- Huiswerk
Pak blz 121 voor je!

Je leert aan welke eigenschappen je stoffen kunt herkennen.

Slide 1 - Slide

Stofeigenschappen
Alles op de wereld is gemaakt van stoffen. 

Je herkent stoffen aan hun eigenschappen.

Stofeigenschappen kun je niet veranderen.

Slide 2 - Slide

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen: eigenschappen waar aan je stoffen herkent.
- smaak
- kleur
- geur 
- hardheid
- brandbaarheid 
- dichtheid
- doorzichtigheid
(elektrische stroom doorlaten of magnetisch)

Pak blz 121 voor je!

Slide 3 - Slide

Stofeigenschappen
- fase:                                                       is de stof een gas, een vloeistof of een vaste stof?
- kleur
- geur 
- smaak 
- brandbaarheid:                                 kan de stof verbranden of niet? 
- doorzichtigheid:                               kan je door de stof heen kijken?
- giftigheid:                                            kun je er ziek van worden?
- hardheid:                                              kan de stof gemakkelijk ingedrukt of vervormd worden?
- kookpunt:                                             bij welke temperatuur kook de stof?
- smeltpunt:                                           bij welke temperatuur smelt de stof?

Slide 4 - Slide

Voorwerpeigenschappen
Voorwerpeigenschappen: eigenschappen van een voorwerp.
- groot
- klein
- breed
- rond
- vierkant
enz...

Pak blz 125 voor je!
Voorwerpen zijn van bepaalde stoffen gemaakt!

Die stoffen hebben wel een stofeigenschap!

Slide 5 - Slide

Geen stofeigenschappen zijn:
- Vorm:  Water kan voorkomen als vaste stof en als vloeistof. Maar is nog steeds water. Ook is een suikerklontje dezelfde stof als losse suiker.

- Massa: Ik kan 10 kg suiker hebben of 1 kg suiker. Het blijft dezelfde stof, namelijk suiker.

- Volume: Ik kan 1 L water of 10 L water hebben, maar ik heb dan nog steeds dezelfde stof, namelijk water.

Slide 6 - Slide

Dichtheid
De dichtheid van een stof is de massa(in gram) van 1cm3
Grootheid: Dichtheid
Eenheid: gram per kubieke centimeter (g/cm³)
-> Stofeigenschap; je herkent een stof aan dichtheid


Eerlijk vergelijken: dus altijd een volume van 1 cm³
zoveel gram per 1 kubieke centimeter




Pak blz 126 voor je!

Slide 7 - Slide

Dichtheid berekenen
Weet je de massa in gram?
Weet je de volume in cm³?

Massa staat (bijna) altijd in de tekst
Volume kun je aflezen/uitrekenen

In verhoudingstabel zetten ->
Je doet hetzelfde, boven of onder!
Pak blz 127 voor je!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De onderdompelmethode

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Een spijker is gemaakt van ijzer. Welke eigenschap van ijzer is nodig voor een spijker?
A
niet brandbaar
B
buigzaam
C
hard
D
doorzichtig

Slide 12 - Quiz

Hier zie je blokjes.
Welke bewering is juist?

Meerdere kunnen goed zijn, kies er één.
A
De vorm van het blokje is een stofeigenschap.
B
De vorm van het blokje is een voorwerpeigenschap.
C
De massa van het blokje is een stofeigenschap.
D
De massa van het blokje is een voorwerpeigenschap.

Slide 13 - Quiz

Bij de grootheid dichtheid hoort de eenheid g/cm³.

Om eerlijk te vergelijken, wat blijft hetzelfde?
A
het aantal gram
B
het aantal kubieke cm
C
volume van een stof
D
massa van een stof

Slide 14 - Quiz

Huiswerk
Maken 3.1 Stofeigenschappen blz. 121 t/m 131
Niet: 3, 6, 10, 11, 12, 13, 23

KGT
Maken: 1 t/m 4. 6-8, 11-14.

Slide 15 - Slide