Lijn en vorm

Deze les:

Beeldaspecten 
LIJN en VORM
1 / 35
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les:

Beeldaspecten 
LIJN en VORM

Slide 1 - Slide

LIJN
Op de volgende slides leer je over het vormaspect LIJN

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Een lijn = een lijn.......
Dat zou je wel zeggen, maar er is meer! Je kunt van alles zeggen over lijnen in kunstwerken. 
Hier wat begrippen die bij LIJN horen:

  • lijnsoort
  • lijndikte
  • lijnvoering
  • arcering
  • contourlijn
  • lijnwerking
  • lineair

Uitleg van al deze verschillende lijnen leer je op de volgende slides. daarna volgen er oefenvragen om te checken of je het begrepen hebt.

Slide 4 - Slide

LIJNSOORT
Een lijn kan op verschillende manieren getekend zijn:

recht - gebogen
onderbroken - doorlopend
kronkelend - vloeiend
slingerend - golvend
enz. 

Slide 5 - Slide

LIJNDIKTE
Lijndikte kan variëren van heel dun tot heel dik.

De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.

Slide 6 - Slide

LIJNVOERING
Lijnvoering zegt iets over de druk die je gebruikt bij het tekenen van de lijnen:

- voorzichtig, zoekend en onzeker
- duidelijk en stevig
- ietwat saai en eentonig
- met allerlei overgangen van dun naar  
  dik en weer terug

Slide 7 - Slide

ARCERING
Bij arcering wordt met lijntjes een vlak gevuld. 

  • Je kunt de lijntjes evenwijdig naast elkaar zetten of laten kruisen. 
  • Je kunt ze dicht naast elkaar zetten (wat een donkerder effect heeft) of meer ruimte ertussen laten (wat een lichter effect heeft). 
  • En je kunt variëren in dikke en dunne lijnen en hier heel mooi schaduwen en diepte mee aanbrengen in een tekening.

Slide 8 - Slide

CONTOURLIJN
De omtreklijn van een vorm of voorwerp. De contour benadrukt de vorm.

Slide 9 - Slide

LIJNRICHTING
De richting waarin lijnen in een kunstwerk lopen hebben invloed op de de uitstraling van het werk. 

Staan alle lijnen verticaal of horizontaal        of lopen ze chaotisch door elkaar heen        ? 

De herhaling van lijnen versterkt een bepaalde richting      

Slide 10 - Slide

LIJNWERKING

Door het gebruik van lijnen kunnen bepaalde effecten worden bereikt:


  • Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
  • Er kan beweging worden gesuggereerd.
  • Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
  • Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
  • Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.
  • Er kan een gevoel uitstralen.

Slide 11 - Slide

LINEAIR
Een kunstwerk is lineair als het geheel is opgebouwd uit lijnen.

Dit kan 2D zijn maar ook 3D

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

VORM
Bekijk het filmpje op de volgende slide. 
Het is bedoeld voor jongere leerlingen, maar de uitleg is heel helder en begrijpelijk.

Je ziet ook hoe dezelfde voorstelling (kaartende mannen) door verschil in vormgeving heel anders wordt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Vormsoorten
Alles wat je om je heen ziet heeft een vorm. Vormen kunnen gegroeid zijn, door de natuur ontstaan, afgesleten door water en wind. Vormen worden ook door kunstenaars en ontwerpers gemaakt.

Slide 16 - Slide

Beeldaspect VORM
basisvormen: 2D / 3D

vormsoorten: 
open / gesloten
organisch / geometrisch
figuratief / abstract
symmetrisch / a-symmetrisch
positief / negatief
vorm door patroon / ritme

. . . . . . 

Slide 17 - Slide

2D
3D

Slide 18 - Slide

Gesloten vorm
Je kunt er niet doorheen kijken, het neemt ruimte in, 
veel massa, 
maar hoeft niet massief te zijn.

'Huilend kind' van Brancusi

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

open
gesloten

Slide 21 - Slide

massief
hol

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

geometrisch
organisch

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

figuratieve vorm

De vorm van een voorwerp is afgeleid van de 
zichtbare werkelijkheid

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

abstract
figuratief

Slide 30 - Slide

gedetailleerd
gestileerd

Slide 31 - Slide

vorm
restvorm

Slide 32 - Slide

Symmetrie
Je spreekt van symmetrie als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. Dit spiegelen kan ten opzichte van een punt, een lijn of een vlak zijn. 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

EINDE!
LIJN - blz. 28 t/m 32 
EN 
VORM - blz. 33 t/m 38 
eerst doorlezen en daarna de opdrachten maken

Slide 35 - Slide