Baliemedewerker E&H

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke soorten balie zijn er?

Slide 2 - Open question

Welke werkzaamheden
doe je aan de balie?

Slide 3 - Mind map

Multi tasken betekend?
A
De toetsen op het toesenbord
B
Een taak doelgericht uitvoeren
C
Meerdere taken tegelijkertijd uitvoeren
D
Werk doorschuiven naar collega's

Slide 4 - Quiz

Welke regels zijn belangrijk
bij telefoneren aan de balie?

Slide 5 - Mind map

Welke persoonlijke eigenschappen heb je nodig als baliemedewerker?

Slide 6 - Open question

Noem 2 soorten communicatie

Slide 7 - Open question

Telefoonnummer bestaat uit 3 delen
A
Landnummer Netnummer huisnummer
B
Netnummer Kpn nummer Landnummer
C
Abonneer nummer Landnummer GPS nummer
D
Netnummer landnummer Abonneer nummer

Slide 8 - Quiz

Welke regels zijn belangrijk bij telefoneren?

Slide 9 - Open question

Wat moet je allemaal invullen bij een telefoon notitie?

Slide 10 - Open question

Frankeren betekend?
A
Postzegels plakken betaalbewijs
B
Sorteren van post
C
Ander woord voor geldwisselen
D
Kopieën maken

Slide 11 - Quiz

Als baliemedewerker ben je het gezicht van de school, wat betekend dit?
A
Je bent de knapste op school
B
Je bent heel goed in je taken
C
Je bent de eerste indruk van de school
D
Je bent het uithangbord buiten school

Slide 12 - Quiz

Wat staat er allemaal in het bezoekerslogboek?

Slide 13 - Open question

Waarom is uiterlijke verzorging belangrijk voor een baliemedewerker?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welke zaken vallen onder uiterlijke verzorging?

Slide 20 - Open question

Hoe kan een vrouw zich het beste kleden aan de balie?

Slide 21 - Open question

Hoe kan een man zich het beste kleden aan de balie?

Slide 22 - Open question

Wat staat er op een poststempel
A
Naam Datum
B
Naam Plaats
C
Datum Plaats
D
Naam Datum Plaats

Slide 23 - Quiz

Wat staat er allemaal op de voorkant van een envelop als je die verstuurd?

Slide 24 - Open question

Centraal schrijf je de gegevens van de ontvanger welke zijn dit
A
Naam ontvanger
B
Naam Postcode
C
Naam postcode plaats
D
Naam adres postcode Plaats

Slide 25 - Quiz

Je zit in een telefoongesprek en er komt iemand aan de balie? Wat doe je

Slide 26 - Open question

Je bent een bezoeker aan het helpen en de telefoon gaat?

Slide 27 - Open question

Klant wordt agressief tijdens het telefoongesprek.

Slide 28 - Open question

Hoe ga je om met agressie aan de balie?

Slide 29 - Open question