3LW1 Luchtwegen en longen 1

1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AnatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

1

Slide 1 - Slide

5.2 Luchtwegen en longen

Slide 2 - Slide

5.1 Introductie

Slide 3 - Slide

3

Slide 4 - Video

00:20
Waar gaan de eerste twee luchtpijpvertakkingen naartoe?
Elk naar een long
Eén naar het hart, de andere naar beide longen
Beide naar het hart

Slide 5 - Poll

00:53
Waar wordt het eiwit gemaakt wat de bevalling laat starten?
A
de longen van de moeder maken een eiwit
B
de longen van de baby maken een eiwit
C
de longen van moeder en baby maken een eiwit
D
de baarmoeder maakt een eiwit

Slide 6 - Quiz

01:25
Wanneer zijn de longen volgroeid?
A
Na de peutertijd (vanaf 3 jaar)
B
Na de kindertijd (vanaf 10 jaar)
C
Na de puberteit (vanaf 17 jaar)
D
Na de volwassen leeftijd (vanaf 27 jaar)

Slide 7 - Quiz

Met welk doel verbrandt het lichaam glucose?
A
het lichaam krijgt er energie van
B
het lichaam verliest hierdoor energie
C
het lichaam doet er niets mee
D
het lichaam verbrandt nooit glucose

Slide 8 - Quiz

Welke stof is nodig om glucose te verbranden?
A
Water
B
Vuur
C
Stikstof
D
Zuurstof

Slide 9 - Quiz

5.2 Luchtwegen en longen

Slide 10 - Slide

Luchtwegen
  • elke cel heeft, vanuit de voeding glucose gekregen
  • wanneer de cel glucose verbrandt (= reageren met zuurstof), komt energie vrij (en water en afval: kooldioxide)
glucose+O2>energie+H2O+CO2

Slide 11 - Slide

Luchtwegen
  • de energie wordt in de cel in pakketjes opgeslagen (ATP = adenosinetrifosfaat)
  • 1 ATP is goed voor 14 calorieën
  • je gebruikt ongeveer je eigen gewicht aan ATP/dag(!)

Slide 12 - Slide

Luchtwegen
Verdeling
  • de bovenste luchtwegen met...

1. de neusholte
2. de mondkeelholte
3. het strottenhoofd

Slide 13 - Slide

Luchtwegen
Verdeling
  • de onderste luchtwegen met...

4. de luchtpijp
5. de bronchiën
6. de long

Slide 14 - Slide

Neusholte

  • achter de neusgaten ligt de neusholte
  • de neusholte heeft een rij van drie neusschelpen
  • de schedelbasis en de bovenkaak begrenzen de neusholte

Slide 15 - Slide

Neusholte
  • naast de neusholte heeft elke helft ook bijholten (voorhoofdsholte, zeefbeen-holtewiggebeenholte en kaakholte)
  • de holten zijn met nauwe gangetjes met elkaar verbonden

Slide 16 - Slide

Neusholte
Functies van de neus- en bijholte...
  • de lucht vochtig maken
  • de lucht warm maken
  • de lucht schoonmaken
  • de lucht keuren (ruiken)

Slide 17 - Slide

Mondkeelholte
  • de mondkeelholte verbindt de neusholte met het strottenhoofd
  • het strotklepje (epiglottis) sluit de luchtweg af tijdens het slikken

Slide 18 - Slide

Strottenhoofd
  • het strottenhoofd (larynx) verbindt de mondkeelholte met de luchtpijp
  • het bestaat uit kraakbeen en spieren (en peesjes)
  • voornaamste taak van het strottenhoofd is het maken van geluid

Slide 19 - Slide

Naar de site
  • het strottenhoofd (larynx) verbindt de keelholte met de luchtpijp
  • het strotklepje (epiglottis) sluit de luchtweg af tijdens het slikken

Slide 20 - Slide

1 de adamsappel is het voorste deel van...
2 het schildkraakbeen, dat de stembanden beschermt
3 het tongbeen houdt het strottenhoofd op zijn plaats
4 ringvormig kraakbeen waarover 6 t/m 9 bewegen
5 strotklepje dat de luchtweg kan afsluiten bij slikken

6 t/m 9 twee bekerkraakbeentjes die de grootte van de stemspleet bepalen


10,11 de valse stembanden, (bindweefsel peesje) dat helpt bij het sluiten van 12,13 bij slikken
12,13 de ware stembanden (spierweefsel) die trillen om geluid te maken
14 luchtpijp met C-vormig kraakbeen

15 t/m 18 bindweefsel peesjes om alle onderdelen van het stemapparaat bij elkaar te houden

Slide 21 - Slide

Strottenhoofd
  • er ontstaat geluid doordat de beide ware stembanden tegen elkaar aan trillen bij het uitademen
  • de stemspier kan de dikte van de plooi veranderen en zo ontstaat verschil in geluid
  • samen met het kraakbeen zorgen ze voor verandering in toonhoogte en volume

Slide 22 - Slide

Strottenhoofd
  • bij ademen zijn de stembanden open
  • bij praten (1) trillen de stembanden tegen elkaar aan
  • bij slikken zijn de stembanden gesloten, helpen de valse stembanden mee (2) en wordt de doorgang afgesloten (3)

Slide 23 - Slide

Bouwlagen
Dekweefel
  • de bovenste luchtwegen zijn bekleed met slijm; dit wordt door slijmcellen gemaakt
  • dekcellen hebben trilharen, die het slijm richting de uitgang zwaaien

Slide 24 - Slide

Opdracht
  • Zorgpad bestuderen
5.1 Introductie
5.2 Luchtwegen en longen

  • Opdracht Teams

  • Klaar? Lezen!

Slide 25 - Slide