Gezondheid, Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1: Het menselijk lichaam

uitleg, woorden en de romp

1 / 80
next
Slide 1: Slide
BiologieWOISK

This lesson contains 80 slides, with interactive quizzes, text slides and 12 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1: Het menselijk lichaam

uitleg, woorden en de romp

Slide 1 - Slide

Deze les
- Waarom hebben wij een skelet?
- Leerdoel en kenniswoorden
- Uitleg 
- Filmpje
- Leuke weetjes!
- Aan het werk
- Leerdoelen check


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. ´Je kent de delen van het lichaam.´

2. ´Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.´

3. ´Je kunt de functies van het skelet benoemen.´


Slide 3 - Slide

Kenniswoorden
1. Skelet
2. Botten / beenderen
3. Schedel
4. Wervelkolom
5. Romp
6. Schouderblad
7. Sleutelbeen

Slide 4 - Slide

Rondvraag!
Waarom hebben wij botten in ons lichaam?

Slide 5 - Slide

Het skelet
Het skelet = geraamte (botten).
 Jij hebt 200 botten/beenderen!

Alle botten samen = het skelet

Een mens heeft 3 lichaamsdelen: het hoofd, de romp en de ledematen (armen en benen).
De botten in het hoofd = de schedel

Slide 6 - Slide

Het Hoofd:
schedel, onderkaak

Slide 7 - Slide

Romp
Romp = je romp bestaat uit je wervelkolom, je borstkas en je bekken

Slide 8 - Slide

De romp
Wervelkolom = bestaat uit de halswervels, borstwervels en heupwervels.

De borstkas = bestaat uit de borstwervels, ribben en borstbeen

Slide 9 - Slide

De romp

Slide 10 - Slide

de romp
je romp bestaat uit 4 delen:
wervelkolom, ribben, borstbeen, sleutelbeenderen, schouderbladen, heupbeenderen

Slide 11 - Slide

De ledematen (arm)
In de arm hebben de we: 
opperarmbeen, ellepijp, spaakbeen en de botjes van de hand

Welk botje is de ellepijp?

Slide 12 - Slide

De ledematen (benen)
In het been hebben we: dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen en de botjes van de voet.


Slide 13 - Slide

Functie skelet
Jouw skelet is belangrijk.
1. Stevigheid geven
2. Bescherming
3. Beweging

Slide 14 - Slide

Stevigheid geven
Beschermen
Bewegen
Vorm

Slide 15 - Slide

Het skelet
Het skelet beschermd ook belangrijke organen in jouw lichaam
De schedel
De ribben

Slide 16 - Slide

Skelet
           De stevige delen van een dier geven stevigheid en bescherming.
                                  

Inwendig skelet
Uitwendig skelet    Geen skelet

Slide 17 - Slide

Kijk naar het skelet.
Jij kan niet bewegen alleen door jouw botten... jij hebt daar nog iets voor nodig. Wat?

Je skelet beschermt jouw organen. Welke botten beschermen jouw hersenen? en jouw hart?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Aan de slag
Opdrachten:
- 3, 4, 5, 7, 8,9, & 10 zelf maken 

Slide 21 - Slide

Les 2

Slide 22 - Slide

Hoe zat het ook alweer?

Slide 23 - Slide

Maken in het werkboek
Maak opdracht 3,4, 5, 7,8,9,10

Slide 24 - Slide

Waar zorgt het skelet voor?
  1. Stevigheid - Je lichaam blijft rechtop staan
  2.  Bescherming - Je hersenen worden bescherm door je schedel en je ribben beschermen de longen.
  3. Beweging - Aan je botten zitten spieren en gewrichten

Slide 25 - Slide

Weet je het nog?

Slide 26 - Slide

Antwoorden checken

Slide 27 - Slide

Les 3

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Gewrichten
Gewrichten zorgen ervoor dat je goed kunt bewegen
Bij het gewricht horen:
  1. Gewrichtskogel
  2. Gewrichtskom
  3. Gewrichtssmeer
  4. Gewrichtskapsel
  5. Kapselbanden

Slide 30 - Slide

Maken in het werkboek
Maak opdracht 11, 12, 13 (in groepje of met z'n 2-en) en 14.



volgende les: spieren

Slide 31 - Slide

Les 4

Slide 32 - Slide

Botten zorgen voor
A
Stevigheid
B
Bescherming
C
Beweging
D
Alle 3 de antwoorden zijn goed

Slide 33 - Quiz

Om goed te kunnen bewegen heb je gewrichten nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

Spieren
  • Spieren zitten met een pees vast aan het bot
  • Als je aanspant, wordt de spier korter

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Maken in het werkboek
Maak opdracht 15, 16, 17 en 18

Slide 38 - Slide

Les 5

Slide 39 - Slide

Welke organen ken je al?

Slide 40 - Mind map

Slide 41 - Video

Organen
Organen zorgen ervoor dat je lichaam werkt.
  • De maag helpt bij het verteren van eten
  • De lever haalt giftige stoffen uit je bloed
  • De longen zorgen voor ademhaling
  • Het hart pompt het bloed door je lichaam
Ennnnnn, dit gaat allemaal vanzelf!!!

Slide 42 - Slide

Het hart
De maag
De longen
De lever

Slide 43 - Drag question

Maken in het werkboek
Maak opdracht 19 en 20

Slide 44 - Slide

Les 6

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

Maken in het werkboek
Lees blz. 16 - Spijsvertering en maak opdracht 21 en 22.

Slide 47 - Slide

Les 7

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video

Hoe werkt de ademhaling?

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Video

Maken in het werkboek
Lees blz. 18 en maak opdracht 23 en 24 (gaat verder op blz. 20).

Slide 53 - Slide

Les 8

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Video

Het hart
  • Is een spier (en een ......?)
  • Werkt als een pomp
  •  Zorgt voor zuurstof naar 
andere organen

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Video

Maken in het werkboek
Maak opdracht 25 en 26.
Opdracht 27 doen we samen.

Slide 58 - Slide

Les 9

Slide 59 - Slide

Slide 60 - Video

Afvalstoffen

Slide 61 - Slide

Maken in het werkboek
Lees blz. 22 en maak opdracht 28 en 29.

Slide 62 - Slide

Les 10

Slide 63 - Slide

Strux
Gezondheid
Hoofdstuk 2: Lichamelijke ontwikkeling

Slide 64 - Slide

Wat leer je dit hoofdstuk?
1.
Je kunt uitleggen hoe het menselijk lichaam zich ontwikkelt
2.
Je kunt de fasen van lichamelijke ontwikkeling noemen: baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent en volwassene.

Slide 65 - Slide

Opdracht
Wat weet je?  (teken, schrijf)!
- welke naam/ welke leeftijd? 
Schoolkind, Volwassene, Baby, Kleuter, Adolescent, Puber, Peuter

Slide 66 - Slide

Ontwikkeling 
  • Baby: 0 tot 1,5 jaar
  • Peuter: 1,5 tot 4 jaar
  • Kleuter: 4 tot 6 jaar
  •  Schoolkind: 6 tot 12 jaar
  • Puber: 13 tot 16 jaar
  • Adolescent: 17 tot 18 jaar
  • Volwassen: vanaf 18 jaar

Slide 67 - Slide

Slide 68 - Video

Motoriek (bewegen) van de baby

Slide 69 - Slide

Voeding (eten) van de baby
  • 0 tot 3 maanden: alleen melk
  • Vanaf 3 maanden tot 6 maanden: ook fruithapjes en gemalen groente
  • Vanaf 1 jaar: ook andere voeding

Slide 70 - Slide

Peuter- en kleuterfase

Slide 71 - Slide

Peuter

Slide 72 - Slide

Kleuter

Slide 73 - Slide

Maken in het werkboek
 Maak opdracht 2,4,5,6,7,8,9.

Slide 74 - Slide

Les 12

Slide 75 - Slide

Schoolkind- en puberfase

Slide 76 - Slide

Schoolkind

Slide 77 - Slide

Slide 78 - Video

Puber

Slide 79 - Slide

Maken in het werkboek
 Maak opdracht 10 & 11

Slide 80 - Slide