29 deel 1 (herhaling werkwoord) kort

1 / 21
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Audivi multos homines gladiis saxiisque alios petivisse.
Hoe vertaal je "petivisse"?

A
zijn aangevallen
B
hebben aangevallen
C
hadden aangevallen
D
vielen aan

Slide 2 - Quiz

herhaling werkwoord
We gaan in Les 29 iets toevoegen aan je kennis van het werkwoord in het Latijn. Goed om dus even te herhalen wat we al hadden gehad. Bestudeer het werkwoord op de volgende twee sheets of kijk in je schrijfboekje van periode 1, waarin je een herhaling van de grammatica had opgeschreven. Daarna volgen een aantal werkwoordsvormen om te benoemen. 
Probeer dit uit je hoofd te doen!
Uitleg herhaling werkwoord
Klik hier voor het filmpje met de uitleg.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

pepercimus
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 6 - Quiz

praeterieras
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 7 - Quiz

relinquebatis
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 8 - Quiz

movent
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 9 - Quiz

posuistis
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 10 - Quiz

nuntias
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 11 - Quiz

rapuisti
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 12 - Quiz

egerat: vertaal de vorm

Slide 13 - Open question

egebamus: vertaal de vorm

Slide 14 - Open question

erat
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 15 - Quiz

vulneramus
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 16 - Quiz

vulneraverat
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 17 - Quiz

poterat
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 18 - Quiz

potuerunt
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 19 - Quiz

Kun je de Latijnse persoonsvormen
in prs., ipf., pf. en pqp herkennen?
heel goed
redelijk goed
nog niet

Slide 20 - Poll

"Quam ob causam vos heri ex amphitheatro ............?" Aulus amicos .............

.................... pater filio nonnulla dona, quae mater antea ................... in foro.

Puella amico dixit: "..............mihi dona, quae nuper parentes tibi ................

Viri, qui spectacula ................., clamabant: ".................. ad amphitheatrum et ........................ Ludos!"
celebrate
dederunt
tradidit
nuntiabant
ostende
exiistis
venite
rogavit
emerat

Slide 21 - Drag question