Griekse en Latijnse woorden en woorddelen

Griekse en Latijnse woorden en woorddelen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Griekse en Latijnse woorden en woorddelen

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste betekenis van 'archaïsch'?
A
alleenheerschappij, staatsvorm
B
niet hedendaags, verouderd

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste betekenis van 'audiovisueel'?
A
met beeld en geluid
B
gelijksoortig

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste betekenis van 'bibliografie'?
A
literatuurlijst
B
boek over jezelf

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste betekenis van 'demografie'?
A
beschrijving van ontwikkeling van literatuur
B
beschrijving van ontwikkeling van bevolkingsgroepen

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste betekenis van 'heterogeen'?
A
gelijksoortig
B
verschillend

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste betekenis van 'homogeen'?
A
gelijksoortig
B
verschillend

Slide 7 - Quiz

Is België een monarchie?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Een proces-verbaal wordt opgetekend (gemaakt) door:
A
Pro-Deo advocaten
B
Politieagenten

Slide 9 - Quiz

Een 'theocratie' is een staatsvorm waarbij de macht bij ... ligt.
A
God
B
het volk

Slide 10 - Quiz

Een telepaat brengt ... & ... over zonder deze uit te spreken of op te schrijven.
A
beeld & geluid
B
gedachten & gevoelens

Slide 11 - Quiz

Welke fobieën ken je of waar vermoed je van dat ze bestaan?

Slide 12 - Mind map

Fobieën:
  • Ongeveer 400
  • Dierenfobieën: spinnen, slangen, ratten, paarden, etc.
  • Ruimtes: klein of groot, maar ook hoogte.
  • Sociale fobieën: angst voor kritiek of afwijzing. 
  • Injectiefobie: angst voor bloed.
  • Interessant: fobieën zijn aangeleerd en dus af te leren (VR). 

Slide 13 - Slide

Fobieën:
  • Ongeveer 400
  • Dierenfobieën: spinnen, slangen, ratten, paarden, etc.
  • Ruimtes: klein of groot, maar ook hoogte.
  • Sociale fobieën: angst voor kritiek of afwijzing. 
  • Injectiefobie: angst voor bloed.
  • Interessant: fobieën zijn aangeleerd en dus af te leren (VR). 
Enkele bijzondere: 
  • Triskadekafobie
  • Venustrafobia
  • Homofobie, want vaak verkeerd gebruikt.
  • Ofidiofobie (Ka).
  • Hippopotomonstroses-quippedaliofobie
  • Meer op: www.angstlijst.nl 

Slide 14 - Slide

Bespreek opdracht 3 met elkaar.
Check steeds voor jezelf:
  1. Uit welke woorddelen bestaat het woord?
  2. Kan ik in mijn eigen woorden uitleggen wat het woord betekent?

Slide 15 - Slide

Opdracht 4: Welke -logieën en -grafieën ken je?
Bijv. biologie of bibliografie

Slide 16 - Open question

Opdracht 6: Welke -fielen ken je?
Bijv. francofiel

Slide 17 - Open question

Bespreek opdracht 5 met elkaar.
Check steeds voor jezelf:
  1. Uit welke woorddelen bestaat het woord?
  2. Kan ik in mijn eigen woorden uitleggen wat het woord betekent?

Slide 18 - Slide

Geef tot slot de antoniemen (het tegenovergestelde) van de 16 woorden bij opdracht 7. Geef steeds het nummer + het antoniem. Bijv. 1. impliciet.

Slide 19 - Mind map

Check voor jezelf (er zijn meerdere antwoorden mogelijk):
Ik ken ... / Ik kan ...
A
de betekenis van Griekse en Latijnse woorddelen.
B
betekenis afleiden van woorden met Griekse en Latijnse woorddelen.

Slide 20 - Quiz

Veel plezier en succes bij de stage!

Slide 21 - Slide