Interventies

Inteventies
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Inteventies

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Klinisch redeneren
Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Interventies
Verpleegkundige interventies:

  • NIC (Nursing Intervention Classification) is een classificatie van verpleegkundige interventies (handelingen en verrichtingen).  Een verpleegkundige interventie is elke behandeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundige oordeel en klinische kennis uitvoert

Slide 5 - Slide

Interventie indeling
  • Voorlichting en instructie geven
  • Begeleiden bij zelfzorg
  • Voorwaarden scheppen voor zelfzorg zorgvrager
  • Overnemen van een gedeelte van de zelfzorg
  • Geheel overnemen van de zelfzorg
  • Monitoren
  • Zorg voor coördinatie en continuiteit

Slide 6 - Slide

Voor goede interventies kijk je naar de oorzaak van het probleem.

Probleem: Risico op huidbeschadiging/decubitus
Oorzaak: Voeding? Ziekte? Ondergewicht? Mobiliteit?

Afhankelijk van je oorzaak kies je dan je interventies


Slide 7 - Slide

Voorwaarden
  • Moet veilig en passend zijn voor deze zorgvrager gezien zijn leeftijd, gezondheid en zelfzorgmogelijkheden.
  • Moet uitgevoerd kunnen worden met de aanwezige hulpmiddelen.
  • Moet samengaan met de wensen van de zorgvrager.
  • Moet samengaan met andere therapeutische afspraken.
  • Moet gebaseerd zijn op verpleegkundige kennis en ervaring.
  • Moet passen in het beleid van de zorgsetting

Slide 8 - Slide

 Interventies wat is belangrijk?
  1. ACCEPTABEL  
  2. VERPLEEGKUNDIG 
  3. RELEVANT 
  4. UITVOERBAAR 
  5. EENDUIDIG  
  6. DUIDELIJK 

Slide 9 - Slide

Dus dat betekend......
De interventie is eenduidig geformuleerd, dus maar voor één uitleg vatbaar.
Elke interventie beschrijft specifiek en concreet de wenselijke acties:
  • welke personen betrokken zijn (verpleegkundige, mantelzorg, andere disciplines);
  • welke middelen nodig zijn;
  • wanneer de activiteit moet plaatsvinden (tijdstip);
  • hoe vaak de activiteit moet plaatsvinden (frequentie);
  • hoe lang de activiteit uitgevoerd moet worden (tijdsduur, tijdsplanning).


Slide 10 - Slide