inleiding wetenschappen basisoptie

1 / 49
next
Slide 1: Slide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat je zeker moet weten voor de start
Dit heb je iedere les bij:

  •  1 ringmap met de cursus
  •  10-tal geruite A4-bladen
  •  Schrijfgerief (potlood, gom, blauwe en groene balpen)
  •  Markeerstiften
  •  ZRM
  •  Meetlat





Slide 2 - Slide

Wat je zeker moet weten voor de start
Na iedere les leg je je map in de daar voorbestemde kast.

Schrijft op elk blad je initialen en steek ze in een map.
Er wordt geen materiaal uitgeleend! Vergeet je je cursus, dan heb je dubbel werk. Je noteert alles in het klad en je laat je bijgeschreven cursus de volgende les zien aan je leerkracht.
Ben je iets vergeten, dan meld je dit onmiddellijk bij het begin van de les!


Slide 3 - Slide

evaluatie

  • permanent geëvalueerd.
  • Ook attitude, houding en inzet tijdens de lessen 
  • samenwerken / zelfstandig werken / zorg materiaal / opruimen / fluistertoon / nauwkeurig uitvoeren / interesse / inzet - planning / werkmethodiek / taak,verslag: lay-out en inhoud
  • toetsen, taken, proeven / experimenten, …
  • Smartschool (Skore).









Slide 4 - Slide

Ziekte:

Ben je afwezig geweest, dan hoef je de gemiste les niet in te halen.
Als je iets niet begrijpt, vraag dan onmiddellijk uitleg aan je leerkracht!

Slide 5 - Slide

Algemene gedrags- en veiligheidsregels


Deze moeten door jullie zelf en door je ouders getekend worden

Slide 6 - Slide

tabel p 4: overleg je schouderbuur 

Slide 7 - Slide

grootheid en eenheid
- Een grootheid is een eigenschap van een voorwerp die je kunt meten met een meetinstrument.
- Een eenheid is de maat waarin je grootheden kunt uitdrukken met een getalwaarde.

Slide 8 - Slide

meter is een
A
grootheid
B
eenheid

Slide 9 - Quiz

temperatuur is een
A
grootheid
B
eenheid

Slide 10 - Quiz

lengte is een
A
grootheid
B
eenheid

Slide 11 - Quiz

kilogram is een
A
grootheid
B
eenheid

Slide 12 - Quiz

Wat is een grootheid?
A
De maat waarin je iets meet
B
hetzelfde als een eenheid
C
Alles wat je kunt meten
D
een reeks getallen

Slide 13 - Quiz

Test vooraf: wat is een grootheid en wat een eenheid?
Grootheid
Eenheid
cm
Lengte
Tijd
Gewicht
kg
Uur

Slide 14 - Drag question

Verbind met grootheid of eenheid
Grootheid
Eenheid
Lengte
Oppervlakte
Seconde
Snelheid
Centimeter
Uur
Tijd
Hectare
Kilometer

Slide 15 - Drag question

Een eenheid is
A
iets wat je meet
B
iets waarin je meet
C
iets waarmee je meet
D
iets hoe je meet

Slide 16 - Quiz

Wat is de grootheid
A
dichtheid
B
massa
C
volume
D
lengte/ afstand

Slide 17 - Quiz

Wat is geen grootheid?
A
km/uur
B
gewicht
C
lengte
D
breedte

Slide 18 - Quiz

Volume
A
grootheid
B
eenheid

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN grootheid?
A
Oppervlakte
B
Inhoud
C
Temperatuur
D
meter per seconde

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Drag question

Vul de tweede kolom bij elk meetinstrument de kleinste schaalverdeling en de maximale waarde in.

Slide 22 - Open question

Vul de tweede kolom bij elk meetinstrument de kleinste schaalverdeling en de maximale waarde in.

Slide 23 - Open question

Vul de tweede kolom bij elk meetinstrument de kleinste schaalverdeling en de maximale waarde in.

Slide 24 - Open question

Vul de tweede kolom bij elk meetinstrument de kleinste schaalverdeling en de maximale waarde in.

Slide 25 - Open question

Voor de keuze van een geschikt meetinstrument houd je rekening met:


- De meetnauwkeurigheid: de kleinste schaalverdeling die je kunt aflezen.
- Het meetbereik: de maximale waarde die je kunt aflezen.

Slide 26 - Slide

anemometer – schuifmaat – pluviometer – meetlat – maatbeker – barometer – chronometer – thermometer – voltmeter 

Slide 27 - Slide

overleg samen met je buur en vul de tabel aan

Slide 28 - Slide

plaats een foto van jullie tabel hier

Slide 29 - Open question

verbeter 

Slide 30 - Slide

Opdracht 5
Meten is niet weg te denken uit het dagelijkse leven.
Kijk maar naar onderstaande voorbeelden:
1. De dokter meet je lichaamstemperatuur en je bloeddruk.

Slide 31 - Open question

Opdracht 5
Meten is niet weg te denken uit het dagelijkse leven.
Kijk maar naar onderstaande voorbeelden:
2. Bij het kopen van nieuwe kleren wordt eerst je maat genomen.

Slide 32 - Open question

Opdracht 5
Meten is niet weg te denken uit het dagelijkse leven.
Kijk maar naar onderstaande voorbeelden:
3. Met de radar meet de politie de snelheid van voertuigen.

Slide 33 - Open question

Opdracht 5
Meten is niet weg te denken uit het dagelijkse leven.
Kijk maar naar onderstaande voorbeelden:
4. De tijd die verloopt tussen de start en de aankomst van een atleet wordt met een chronometer gemeten.

Slide 34 - Open question

Opdracht 5
Meten is niet weg te denken uit het dagelijkse leven.
Kijk maar naar onderstaande voorbeelden:
5. Aan de benzinepomp wordt de hoeveelheid getankte brandstof gemeten.

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Verbind met grootheid of eenheid
Grootheid
Eenheid
Lengte
Oppervlakte
Seconde
Snelheid
Centimeter
Uur
Tijd
Hectare
Kilometer

Slide 37 - Drag question

Een eenheid is
A
iets wat je meet
B
iets waarin je meet
C
iets waarmee je meet
D
iets hoe je meet

Slide 38 - Quiz

Wat is hier de eenheid?
A
kilogram
B
liter
C
centiliter
D
graden Celsius

Slide 39 - Quiz

Wat is hier de eenheid?
A
kilogram
B
liter
C
centiliter
D
graden Celsius

Slide 40 - Quiz

Wat is hier de eenheid?
A
graden
B
uur
C
minuut
D
meter

Slide 41 - Quiz

Wat is hier de eenheid?
A
kilogram
B
liter
C
gram
D
meter

Slide 42 - Quiz

Wat is hier de grootheid?
A
Lengte
B
Temperatuur
C
Inhoud
D
Tijd

Slide 43 - Quiz

Wat is hier de grootheid?
A
Lengte
B
Massa
C
Inhoud
D
Tijd

Slide 44 - Quiz

Wat is hier de grootheid?
A
Lengte
B
Massa
C
Inhoud
D
Temperatuur

Slide 45 - Quiz

Wat is hier de grootheid?
A
Lengte
B
Temperatuur
C
Inhoud
D
Tijd

Slide 46 - Quiz

Tekst
oppervlakte
massa
Volume
snelheid


kilogram


m

v
vierkante meter

A

Kg
kubieke meter

  V
meter per seconde

m/s

Slide 47 - Drag question

zet in de juiste volgorde
m
km
hm
dam
mm
dm
cm

Slide 48 - Drag question

eenheid van inhoud
eenheid van snelheid
eenheid van tijd
eenheid van temperatuur
liter
km/u
uur
graden

Slide 49 - Drag question