2V: Ch.3 - Bron C + Project 2 (les 1)

Bonjour & Bienvenue
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour & Bienvenue

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
  • corriger ex. 10 + 11 + 12
  • bron C
  • introductie Project 2

Slide 2 - Slide

LESDOEL
LESDOELEN
Aan het einde van deze les...
... kun je een gesprek voeren in een kledingwinkel.
... weet je hoe je de (e)au(x) en ou uitspreekt.
... je kunt kledingstukken herkennen.
... weet je waar Project 2 over gaat.



Slide 3 - Slide

Correction
ex. 10 + 11 + 12

Slide 4 - Slide

De getallen t/m 1000
Exercice 13c

Zet in de linker kolom het kleinste getal en in de rechter kolom het grootste getal.
timer
2:30

Slide 5 - Slide

Faire les magasins..
Bron C
page 108

Prononciation &
Phrases-clés

Slide 6 - Slide

Uitleg
Er komen een aantal vragen en antwoorden die je gaat vertalen naar het Frans/Nederlands die je kunt gebruiken in een kledingwinkel. 
Houd je boek open op blz. 128 en je projectboekje op blz. 13

Slide 7 - Slide

De verkoper / le vendeur
We beginnen met zinnen/vragen die je kan stellen als verkoper.

Slide 8 - Slide

Klant
- Hallo
- Ik zoek een broek voor een verjaarsdagsfeestje
- Ik neem de blauwe broek
- Ja, ik neem er ook een bruine riem bij. 
- Maat M.
- Hoeveel kost het?
- Dankuwel!
- Tot ziens. 
Verkoper
- Goedendag, kan ik u helpen?
- Ik heb een blauwe broek, een rode broek en een gele broek.
- Wilt u er ook een bruine riem bij?
- Welke maat heeft u?
- De blauwe broek kost 40 euro en de bruine riem kost 10 euro. In totaal 50 euro.
- Alstublieft!
- Tot ziens.

Slide 9 - Slide

Let op!
In een kledingwinkel kennen de verkoper en de klant elkaar in principe niet. Daarom gebruiken we altijd de beleefdheidsvorm:
Spreek de ander aan met "u" (vous).

Slide 10 - Slide

Vertaal naar het Nederlands:
''Bonjour, je peux vous aider?''

Slide 11 - Open question

Welke vraag stel je als je de maat wilt weten? (welke maat heeft u?)
A
Qu'est-ce qu'il aime?
B
Vous faites quelle taille?
C
Ça coute combien?
D
Qu'est-ce que tu veux acheter?

Slide 12 - Quiz

Vertaal de overige zinnen naar het Nederlands:
1 Qu'est-ce qu'il aime?
2 Ça coute combien?
3 Qu'est-ce que tu veux acheter?

Slide 13 - Open question

Les réponses
1 Qu'est-ce qu'il aime? = Wat vind hij leuk?
2 Ça coute combien = Hoeveel kost het?
3 Qu'est-ce que tu veux acheter? = Wat wil je kopen? 

Slide 14 - Slide

Tekst
Voeg de zinnetjes bij elkaar. Dit zijn zinnen die een verkoper nog meer zou kunnen gebruiken. 
Vous voulez aussi ... ?
Vous aimez aussi ... ?
Il y a aussi ... 
Ça coute .... euros
Ça coute au total ... euros.
Het kost in totaal ....
Wilt u ook ...?
Het kost ... euro
Vind u ook leuk ... ?
Er is ook ...

Slide 15 - Drag question

Les réponses
Vous voulez aussi? = wilt u ook?
Vous aimez aussi? = vind u ook leuk?
Il y a aussi = er is ook
Ça coute ... euros = het kost ... euro
Ça coute au total ... euro = het kost in totaal ... euro

Slide 16 - Slide

De klant / Le client
+ de kledingstukken!

Slide 17 - Slide

C'est quoi? Wat is het? Sleep de kledingstukken naar de juiste Franse vertaling.
une chemise bleue
un pantalon blanc
un short vert
une robe rouge
un chapeau brun

Slide 18 - Drag question

Vertaal naar het Frans:
Een zwarte rok

Slide 19 - Open question

Vertaal naar het Frans:
Een rood badbak

Slide 20 - Open question

Vertaal naar het Frans:
Een zonnebril van goud

Slide 21 - Open question

Vertaal naar het Frans:
Een paarse bloes

Slide 22 - Open question

Klant
- Hallo
- Ik zoek een broek voor een verjaarsdagsfeestje
- Ik neem de blauwe broek
- Ja, ik neem er ook een bruine riem bij. 
- Maat M.
- Hoeveel kost het?
- Dankuwel!
- Tot ziens. 
Verkoper
- Goedendag, kan ik u helpen?
- Ik heb een blauwe broek, een rode broek en een gele broek.
- Wilt u er ook een bruine riem bij?
- Welke maat heeft u?
- De blauwe broek kost 40 euro en de bruine riem kost 10 euro. In totaal 50 euro.
- Alstublieft!
- Tot ziens.

Slide 23 - Slide

LESDOEL
LESDOELEN
Aan het einde van deze les...
... kun je een gesprek voeren in een kledingwinkel.
... weet je hoe je de (e)au(x) en ou uitspreekt.
... je kunt kledingstukken herkennen.
... weet je waar Project 2 over gaat.






Behaald?

Slide 24 - Slide

Heb je de leerdoelen behaald?
Ja
Nee
Deels

Slide 25 - Poll