voorzetsels

Voorzetsels
woorden die een relatie tussen andere woorden in een zin aangeven, vaak met betrekking tot plaats, tijd of manier
1 / 3
next
Slide 1: Slide
NederlandsPrimary EducationAge 6,10

This lesson contains 3 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voorzetsels
woorden die een relatie tussen andere woorden in een zin aangeven, vaak met betrekking tot plaats, tijd of manier

Slide 1 - Slide

Schrijf hier 3 voorzetsels die jij kent.

Slide 2 - Open question

De baby slaapt  ..... de achterbank.
1. Wij zitten ........... de Auto.
2. Vader zit ...... het stuur.
in 

Slide 3 - Drag question