Aanvulling SO geluid

Aanvulling SO H8 Geluid
Toegestane hulpmiddelen:
- Rekenmachine
- (klad)papier (Niet je schrift!)

Voor de toets zijn max. 25 pt. te behalen. Heel veel succes!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aanvulling SO H8 Geluid
Toegestane hulpmiddelen:
- Rekenmachine
- (klad)papier (Niet je schrift!)

Voor de toets zijn max. 25 pt. te behalen. Heel veel succes!

Slide 1 - Slide


Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding getekend?
A
1 trilling
B
2,5 trillingen
C
5 trillingen
D
10 trillingen

Slide 2 - Quiz


Wat heeft GEEN invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De dikte van de snaar
B
Hoe hard je de snaar aanslaat
C
De lengte van de snaar
D
De spanning van de snaar

Slide 3 - Quiz


Een snaar maakt 480000 trillingen per minuut, kan een mens dit geluid horen?
Als de frequentie omlaag gaat, wordt de toonhoogte...
A
Hoger
B
Lager
C
Verandert niet

Slide 4 - Quiz


Voor de trilling in de afbeelding geldt: 5 ms/div
Hoe groot is de frequentie van de trilling?
A
20 Hz
B
50 Hz
C
0,000020 Hz
D
50000 Hz

Slide 5 - Quiz

Juist of onjuist
1. Bij het geluid van een trompet is de trompet de
ontvanger en je oor het medium.
2. Je mondholte is een geluidsbron
A
bewering 1 is juist
B
bewering 2 is juist
C
bewering 1 en 2 is juist
D
bewering 1 en 2 is onjuist

Slide 6 - Quiz

Juist of onjuist
1. Als er geen tussenstof is noem je dit een vacuum,
2. De geluidssnelheid is voor iedere tussenstof
verschillend.
A
bewering 1 is juist
B
bewering 2 is juist
C
bewering 1 en 2 is juist
D
bewering 1 en 2 is onjuist

Slide 7 - Quiz

De sonar van een schip op zee zendt een geluid uit. Na 2 seconde vangt de sonar het teruggekaatste geluid op. Hoe diep is de zee daar?
De geluidssnelheid in water is 1500 m/s.
A
3000 m
B
750 m
C
1000 m
D
1500 m

Slide 8 - Quiz

Je ziet de bliksem. Je telt 8 seconden en hoort dan de donder. Hoe ver is het onweer ongeveer bij je vandaan?
A
343 meter
B
1372 meter
C
2744 meter
D
3430 meter

Slide 9 - Quiz

Om geluidshinder tegen te gaan van de ganzen die naast de school lopen kunnen er een aantal maatregelen gedaan worden.
Kies de geluidsmaatregel die geluidshinder verminderd bij de bron :
A
Enkel glas vervangen door dubbelglas
B
Een geluidsscherm plaatsen tussen de ganzen en de school
C
Oordoppen voor alle leerlingen en docenten
D
Een deel van de ganzen naar de kinderboerderij brengen

Slide 10 - Quiz

In de grafiek hiernaast zie je de gehoordrempel van het menselijk gehoor.
Welke toon hoort een mens het hardst?

A
Een toon van 100 Hz en 20 dB
B
Een toon van 900 Hz en 20 dB
C
Een toon van 5000 Hz en 20 dB
D
Een toon van 100 Hz en 40 dB

Slide 11 - Quiz

Hoe groot is de trillingstijd van de toon?
A
2,25 s
B
2,25 ms
C
5 ms
D
15 s

Slide 12 - Quiz


De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer.
Hoe groot is de frequentie?
A
66 Hz
B
660 Hz
C
6600 Hz
D
66 kHz

Slide 13 - Quiz


Er wordt een decibelmeter bij een grote luidspreker gehouden. 20 meter verderop staat ook iemand met een decibelmeter. Wat zal de man die verderop staat meten?
A
Hetzelfde aantal dB
B
Een hoger aantal dB
C
Een lager aantal dB

Slide 14 - Quiz


Albert staat tegenover een hoge muur.
Als hij schreeuwt hoort hij 1,4 seconde later de echo van die schreeuw weer terugkomen.  Bereken hoever Albert van de muur staat.
Noteer je gehele berekening volgens GVFO

Slide 15 - Open question

Bereken de frequentie van de afgebeelde toon hiernaast.

Noteer je berekening volgens GVFO

Slide 16 - Open question


Bij een saxsolo van Candy Dulfer meet Tom op vijf meter afstand van het podium een geluidssterkte van 93 dB. Even later doen er nog zeven andere saxofonisten mee die allen even hard spelen als Candy. 
Wat zal de dB-meter nu aangeven?    De dB-meter geeft ---------- dB aan.

Rond je antwoord af op een heel getal.

Slide 17 - Open question

Een stemvork maakt een toon met een frequentie van 440 Hz. Bereken de trillingstijd van deze trilling. Geef je antwoord in ms.

Slide 18 - Open question

EINDE TOETS

Slide 19 - Slide