Beeldspraak

Wat is beeldspraak?
A
Een informatief filmpje op YouTube
B
Figuurlijk taalgebruik
C
Een voorbeeld bij een tekst
D
Een reclamefilmpje
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is beeldspraak?
A
Een informatief filmpje op YouTube
B
Figuurlijk taalgebruik
C
Een voorbeeld bij een tekst
D
Een reclamefilmpje

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Slide

7

Slide 3 - Video

00:13
Wat betekent "complexe materie"?
Let op de context!
A
Dingen die letterlijk gezegd zo zijn.
B
Een uitleg door te vergelijken.
C
Ingewikkelde zaken.
D
Materiaal dat moeilijk te verkrijgen is.

Slide 4 - Quiz

00:25
Wat betekent "snoeischaar".
Let op de context!
A
Schaar die gebruikt wordt in de economie.
B
Schaar die onbetaalbaar is.
C
Schaar die niet scherp is.
D
Schaar om planten en struiken mee te knippen.

Slide 5 - Quiz

00:55
Arjen Lubach zegt dat politici beeldspraak en metaforen gebruiken zodat we beter snappen waar ze het over hebben.

Wat is een metafoor?
Er zijn twee antwoorden goed.
A
Een vergelijking
B
Een grap
C
Een vorm van beeldspraak
D
Letterlijk taalgebruik

Slide 6 - Quiz

01:12
timer
1:30
Wat bedoelen Pechtold en Samson met de metafoor "Roemer deelt gratis bier uit"

Slide 7 - Mind map

01:45
Wat bedoeld Pechtold met
"de hete aardappel voor zich uitschuiven"

Slide 8 - Mind map

02:13
Wat betekent "Euforie"
A
Gevoel van erge angst
B
Gevoel van onbehagen
C
Gevoel van spanning
D
Gevoel van welbehagen

Slide 9 - Quiz

02:34
Wat betekent "xenofobie"
A
Angst voor spinnen
B
Angst voor alles wat vreemd en/of anders is
C
Angst voor bepaalde plekken en/of situaties
D
Angst voor vliegen

Slide 10 - Quiz

Waarom gebruiken politici volgens Lubach beeldspraak?
Er zijn twee antwoorden goed.
A
Omdat de mensen het dan meteen snappen.
B
Om grappig te zijn.
C
Omdat je daarmee een quoteje kan scoren in het journaal.
D
Om precies te vertellen wat iets is.

Slide 11 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste zinnen:
De onderzoeker legt ons uit waarom het onderzoek zo
Rond Koningsdag is er altijd veel _______________  voor de 
Mijn opa zei altijd grappige dingen. Ik gebruik elke dag wel
 ______________ is.
koning en zijn familie. 
een _______________van hem.
Die docent gebruikt zoveel  _________________ dat ik hem soms
niet meer kan volgen.
quote
media-aandacht
complex
beeldspraak

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide