Pluriforme samenleving

Leven tussen verschillende culturen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leven tussen verschillende culturen

Slide 1 - Slide


Planning

Introductie culturen, filmpje
Uitleg begrippen
Lezen en maken paragraaf 1

Slide 2 - Slide

Cultuur
Alle normen, waarden en gewoontes van een groep mensen

Slide 3 - Slide

Voorbeelden van waarden, normen en gewoontes
Waarden
Eerlijkheid, sportiviteit, respect (kun je niet letterlijk doen).
Normen 
Rekening houden met anderen (kun je wel letterlijk doen).
Gewoontes 
In de zomervakantie een baantje hebben, eten om zes uur 's avonds.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Dus cultuur is...
Alle normen, waarden en gewoontes van een groep mensen

Slide 6 - Slide


Binnen een cultuur heb je subculturen
Wat is een subcultuur?

Slide 7 - Slide

Subculturen 

Kleine cultuur binnen een grotere cultuur. Een kleine groep mensen. Bijvoorbeeld: skaters, gothics etc.

De grotere cultuur heet de dominante cultuur.


 

Slide 8 - Slide

Pluriforme samenleving
Een samenleving met allerlei culturen, zoals in Nederland.
Je kunt ook zeggen multiculturele samenleving.

Slide 9 - Slide

Nieuwe woorden
uit deze les

Slide 10 - Mind map

"Opstaan voor een omaatje" is een..
A
Waarde
B
Norm
C
Gewoonte

Slide 11 - Quiz

"Respect" is een..
A
Waarde
B
Norm
C
Gewoonte

Slide 12 - Quiz

Een klein groepje mensen met dezelfde normen en waarden binnen een cultuur heet...

Slide 13 - Open question

Wat is een ander woord voor multiculturele samenleving?

Slide 14 - Open question

Planning
Nakijken werk vorige week

Herhaling en samenvatten paragraaf 1

Vooroordelen, stereotypen, racisme, discriminatie

Slide 15 - Slide

Nakijken 
Blz. 106 en 107

Slide 16 - Slide

  Cultuur
Alle waarden, normen en gewoontes van een groep mensen

Slide 17 - Slide

Voorbeelden van waarden, normen en gewoontes
Waarden
Eerlijkheid, sportiviteit, respect (kun je niet letterlijk doen).
Normen 
Rekening houden met anderen (kun je wel letterlijk doen).
Gewoontes 
In de zomervakantie een baantje hebben, eten om zes uur 's avonds.

Slide 18 - Slide



Slide 19 - Slide

Vooroordelen en stereotypen
Zonder dat je iemand kent, heb je vaak meteen een beeld of oordeel. Als zo’n beeld niet op feiten is gebaseerd, noem je dat een vooroordeel

Vooroordelen ontstaan vaak doordat we stereotiepe beelden over bepaalde groepen hebben. 


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Dus..
Stereotype
Een overdreven en ongenuanceerd beeld van een groep mensen. 

Vooroordeel
Een oordeel over iemand of iets zonder dat je de feiten of de persoon kent. 



Slide 22 - Slide

Tolerantie
Tolerant zijn betekent dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij. 

Slide 23 - Slide

Maken vanaf blz. 108
Opdracht 1, 5, 6, 8, 11 en 12.


timer
15:00

Slide 24 - Slide



Slide 25 - Slide

Verschillen                      S&V

Een voorbeeld van stereotypen
‘Mensen die uit Friesland komen kunnen allemaal goed schaatsen’. 
Een overdrijving die negatief, positief of neutraal kan zijn.

Een persoon met vooroordelen krijgt bij het zien/ontmoeten van iemand uit bijvoorbeeld Friesland, Suriname of Marokko, een negatief gevoel. Vooroordeel is dus vaak negatief.



Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Nakijken, lezen en maken 
paragraaf 6.3

Blz. 109 en verder al nagekeken?
Blz. 112-115 werkboek m. (volgende les nakijken)

Slide 28 - Slide