observeren les 7

Observeren les 7
1 / 19
next
Slide 1: Slide
observatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Observeren les 7

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • De ontwikkeling van het babybrein  
  • slaapritme 

Slide 2 - Slide

De ontwikkeling van het babybrein
Het babybrein
 Het babybrein moet zich nog helemaal ontwikkelen. Vandaag bespreken we: 
– Plasticiteit van het brein 
– Verwerkingen van leerervaringen

Slide 3 - Slide

Plasticiteit van het brein
Plasticiteit van de hersenen = Vervormbaarheid, veranderlijkheid. Het zenuwstelsel is geen volledig stilstaande structuur, het verandert voortdurend.

Het kinderbrein is tot complexe taken in staat en leert die door het opslaan van herinneringen zelfs levenslang aan. Nutteloze dingen leert het brein af.

Slide 4 - Slide

Verwerkingen van leerervaringen
■ Alles wat het kind meemaakt (alle leerervaringen) worden omgezet in verbindingen tussen de hersencellen.
■ In het begin bijna geen verbindingen.
■ In de eerste jaren worden de meeste verbindingen gelegd. Erg belangrijk omdat deze verbindingen in hoge mate bepalend zijn voor de functies die het brein later kan uitvoeren.
■ Er zijn gevoelige perioden waarin de verbindingen voor b.v. kijken of horen
worden aangelegd.
■ Als een jong kind in die gevoelige perioden niet de goede leerervaringen opdoet, heeft het later grote moeite om die taken uit te voeren (denk bijvoorbeeld aan het leren spreken van een nieuwe taal)

Slide 5 - Slide

Het is dus enorm belangrijk om een rijke leeromgeving aan te bieden op de babygroep.
Het is dus enorm belangrijk om een rijke leeromgeving aan te bieden op de babygroep.

Slide 6 - Slide

Ontwikkeling van het babybrein vraagt om een rijke leeromgeving
Er zijn verschillende leergebieden die gestimuleerd moeten worden door het aanbieden van een rijke leeromgeving op de babygroep:
■Aandacht
■Emoties 
■Motoriek 
■Zien 
■Horen
■Taal en spraak 
■Rekenen


Slide 7 - Slide

Wanneer is een baby moe?
  • Je kind is moe als het in de oogjes wrijft, sloom en huilerig wordt en begint te gapen. 
  • Zorg dat je kind kan slapen voordat het helemaal oververmoeid is.

Slide 8 - Slide

Een vast ritueel voor het slapengaan
  • Duidelijkheid en structuur zijn belangrijk. Ook bij het slapengaan.
  • Zorg vooral ’s avonds voor een positief en rustig ritueel. Doe alles steeds in dezelfde volgorde. 
  • Bijvoorbeeld eerst je kind in bad doen, dan de pyjama aantrekken en daarna een verhaaltje voorlezen. Zo leert je kind tot rust te komen. 
  • Als er dan ooit slaapproblemen komen, heb je een ritueel om op terug te vallen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

regelmatig slaappatroon
  • Baby’s van nul tot zes maanden hebben een slaappatroon van ongeveer 60 minuten. In die 60 minuten hebben ze eerst een actieve slaap en daarna een stille slaap.
  • In de actieve slaap kan je baby geluidjes maken en bewegen. Je baby kan zelfs de ogen openen en wakker lijken. Ook ademt de baby snel en onregelmatig. 
  • In de stille slaap beweegt de baby bijna niet en ademt veel dieper. In deze slaap wordt je baby minder snel wakker door bijvoorbeeld geluid.

Slide 11 - Slide

Hoeveel slaap heeft een baby nodig?
  • Pasgeboren baby’s slapen gemiddeld 14 uur per 24 uur.
  • In de loop van het eerste jaar ontstaat er een dag- en nachtpatroon. Vooral in de avond en de nacht slaapt je baby dieper.
  • Veel baby’s slapen vanaf zes maanden wat langer door, ongeveer vijf uur achter elkaar. Vanaf deze leeftijd slapen de meeste kinderen ’s nachts door.
  • Kinderen van één jaar slapen ongeveer acht tot negen uur achter elkaar door.

Slide 12 - Slide

Gebroken nachten
Het kan heel lang duren voor een kind de hele nacht doorslaapt. Maar ook al slaapt je kind meestal door, toch kan het soms ’s nachts wakker worden. Bijvoorbeeld als je kind ziek is of droomt. Gebroken nachten horen erbij als je jonge kinderen hebt. Dat is vermoeiend. Zorg daarom ook goed voor jezelf.

Bij sommige baby's helpt het om de kamer 's nachts goed donker te maken en overdag de gordijnen (gedeeltelijk) open te laten. Je baby merkt dan het verschil tussen dag en nacht. Je kunt gebruik maken van verschillende slaaptips om je kind goed te laten slapen.

Slide 13 - Slide

Slapen overdag 
  • Na ongeveer zes maanden slaapt je kind overdag twee of drie keer. Gemiddeld slaapt het dan één of twee uur achter elkaar.
  • Na ongeveer negen maanden slapen de meeste kinderen ongeveer twee keer per dag.
  • Na de eerste verjaardag hebben de meeste kinderen genoeg aan een middagslaapje van anderhalf tot twee uur.

Slide 14 - Slide

Wat gaan wij doen? 
  • wij gaan casussen uitoefenen.
  • Maak groepjes van 3:
  • 1 iemand is de adviseur
  • 1 iemand is ouder/ verzorger
  • 1 iemand is observator

Slide 15 - Slide

casus 1
Je werkt in de kinderopvang. Sinds 2 weken hebben jullie een baby van 3 maanden in de groep. Samen met je collega bedenk je een eetschema voor de baby. Ook maak je een slaapschema. 

Slide 16 - Slide

Casus 2 
Je hebt een huil baby op de groep. De andere kinderen in de groep worden er onrustig van er is een hoop onrust in de groep. Wat ga je doen?  Hoe zorg je ervoor om de baby tot rust te krijgen?

Slide 17 - Slide

Opdracht
Maak 3 toetsvragen over dit blok.
1 open vraag (met antwoord)
1 meerkeuzevraag (met antwoord)
1 goed fout of ja nee vraag (met antwoord)

Slide 18 - Slide

tips/ tops

Slide 19 - Mind map