Moderne tijd: les 2 voorgeschiedenis neo-classicisme en romantiek 2022

Moderne Tijd

Les 1: Voorgeschiedenis
1750-1850
Neo-classicisme en Romantiek

Doel: Je hebt een globaal overzicht van de ontwikkeling van de kunst in de wereld van 1750 tot 1850

1 / 38
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Moderne Tijd

Les 1: Voorgeschiedenis
1750-1850
Neo-classicisme en Romantiek

Doel: Je hebt een globaal overzicht van de ontwikkeling van de kunst in de wereld van 1750 tot 1850

Slide 1 - Slide

Lesdoel vandaag
Je kunt de kenmerken van het neo-classicisme en de romantiek benoemen en herkennen.
Je begrijpt onder welke omstandigheden beide stromingen tot stand zijn gekomen.

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Als huiswerk voor vandaag keek je het filmpje over het moderne denken en de cultuur.
Welke belangrijke woorden schreef jij in je schrift?

Slide 3 - Slide

Modern thought and culture

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Industriele Revolutie 1750 - 1850
Franse Revolutie
1789-1795
De verlichting
Neo-classicisme 1750 -1835
Romantiek 1775 - 1850
Realisme 1840 - 1900
Impressionisme
1863 - 1900
post- impressionisme
1886 - 1910

Slide 6 - Slide

Neo-Classicisme

Napoleon laat deze tempel bouwen voor de gevallenen van de Franse Revolutie:
De Léglise Sainte marie Madeleine.
EEN TEMPEL!

Slide 7 - Slide

JL David maakt bovenstaande werken in Neo- Classicistische, geidealiseerde en verfijnde stijl.
heldere kleuren, draperieen en klassieke architectuur.
eed van de Horatieen - De moord op Marat

Slide 8 - Slide

Overzicht
Schrijf voor jezelf de kenmerken en het ontstaan van het Neo-classicisme  in de beeldende kunst op.

Slide 9 - Slide

Neo-Classicisme in de muziek
De tijd van Haydn, Mozart en Beethoven
Symfonieen en Sonates ontstaan.
Opbouw wordt vastgelegd, dynamiek wordt genoteerd.
Evenwicht in indeling.


Haydn (1732-1809): Menuet al Reverso


Slide 10 - Slide

Theater en Ballet
Het ballet wordt sinds Lodewijk de 14e aan banden gelegd, gestructureerd in de academies.

Er ontstaat Handelingsballet:
Ballet die het verhaal uitbeeldt zonder tekst of zang.
Met gebruik van karakterdans
Door de compexiteit van de dans ontstaan Notatiestystemen

Slide 11 - Slide

1

Slide 12 - Video

Le nozze di Figaro
Figaro is de bediende van een graaf, hij gaat trouwen met het kamermeisje. De graaf gaat achter het kamermeisje aan.
Figaro verzint samen met de gravin een list. Deze list slaagt en de graaf moet vergiffenis vragen.

Le nozze di Figaro is een komedie met veel intriges, verkleedpartijen en pantomime.

Slide 13 - Slide

De Franse Revolutie is heel kort de opstand van het franse volk tegen de adel. Leg uit waarom Figaro in deze tijd past.

Slide 14 - Open question

Welke elementen uit de hofcultuur herken je in voorstelling en vormgeving?

Slide 15 - Open question

00:00-00:05
Le Nozze Figaro - Mozart 

Slide 16 - Slide

Franse Revolutie
Eindigt met de kroning van Napoleon als keizer.
Frankrijk wordt een Republiek.
Europese landen voeren oorlog met Frankrijk.

Het nationalisme in Frankrijk komt op.
Ook andere politieke stromingen zijn in opmars.
Dit nationalisme is door het belang van gevoelens:

Slide 17 - Slide

Romantiek

Slide 18 - Mind map

Veranderende verhoudingen
Er verandert iets in de menselijke verhoudingen:
Vrouwen zijn weer weerloze nymfen.
door de komst van fabrieken komt er een enorm verschil tussen arm en rijk:
De arbeiders en de bourgoisie.
Kunstenaars waren niet meer afhankelijk van de adel, maar werden 'gekeurd' door jury's vanuit de academische salons.

Slide 19 - Slide

De Romantiek
Het hart is leidend boven de rede.
Tegen het koele  afstandelijke neoclassicisme.
Men wil gevoelens ook uitdrukken in de kunsten.
Het begint met Goethes 'Het lijden van de jonge Werther'
Jacques Rousseau kopt hem in:
'De rede maakt mensen gelijk aan elkaar, maar de samenleving vormt hen en maakt hen slecht'

Slide 20 - Slide

Ontsnappen aan de werkelijkheid
Romantiek wil ontsnappen aan de harde werkelijkheid.
Kunstenaar krijgen een cultstatus als zonderlinge genieen.
Grote gevoelens: dramatisch, symbolisch, tragisch.
Het verlangen naar de woeste, pure natuur.
Interesse in het exotische.
Hang naar de oude wereld.
Geesten, visioenen, verschijningen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

David
Gericault

Slide 27 - Slide

Muziek
Ook de romantische motieven in de muziek zijn voelbaar:
Natuur en het bovennatuurlijke, nationalisme en aandacht voor de primitieven.
Het symphonie-orkest ontstaat.
De piano ontwikkelt zich tot een dynamisch instrument.
Meer aandacht voor weinig gebruikte instrumenten als de piccolo, harp, es-klarinet en buisklokken.

Slide 28 - Slide

Finlandia - Jean Sibelius
Een melodisch gedicht.
Finland wil graag onafhankelijk.
worden van Zweden.
Finland toont zich in het 
werk dreigend, sterk en 
groots. Waar komt dat door?

Slide 29 - Slide

Vivaldi's 4 jaargetijden
Luister eens naar de onderstaande geluidsfragmenten: winter en zomer. Wat maakt 'winter' winters en wat maakt 'zomer' zomers?
Gebruik je analysemodel voor muziek.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Duidelijk verschil muzikale winter en muzikale zomeraspecten.

Slide 33 - Open question

Romantisch Ballet
Dit ballet is wat wij nu verstaan onder klassiek ballet:
Tutu's, spitzen en romantische sprookjesachtige verhalen.
Veel verticale beweging en 'gewichtloosheid'van de dames.
Pirouettes en liften.

Het volgende filmpje is van het Romantische Ballet Giselle.
Herken je de kenmerken zoals hierboven beschreven?

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Lesdoel gehaald?
Je kunt de kenmerken van het neo-classicisme en de romantiek benoemen en herkennen.
Je begrijpt onder welke omstandigheden beide stromingen tot stand zijn gekomen.

Slide 36 - Slide

1 ding geleerd vandaag

Slide 37 - Mind map

Opdracht
De vorige les schreef je een werk of gebeurtenis uit de moderne tijd op waar je wel wat meer van zou willen weten.
Trek in je schrift een verticale lijn zodat je je blad in twee deelt.
Aan de linkerkant schrijf je minimaal 5 dingen op die je al weet van het werk of de gebeurtenis. Aan de rechterkant schrijf je minimaal 3 GOEDE vragen op.
Dit is huiswerk + lees pagina 6 - 10 in je boek.

Slide 38 - Slide