H11 Voortplanting

Hoofdstuk 11
Voortplanting

Herhaling
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 11
Voortplanting

Herhaling

Slide 1 - Slide

Planning
  • 5 min        Introductie
  • 25 min     Herhaling
  • 20 min     SO maken
  • 10 min      Zelfstandig nakijken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Prostaat
B
Bijbal
C
Teelbal
D
Zaadblaasje

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

De prostaat voegt vocht toe aan de zaadcellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe lang duurt een "normale" menstruatiecyclus?
A
28 tot 30 dagen
B
24 tot 26 dagen
C
32 tot 35 dagen
D
9 maanden

Slide 11 - Quiz

Menstruatiecyclus
  • In één van de twee eierstokken rijpt een eicel.
Deze ligt in een soort blaasje = follikel.
  • Het baarmoederslijmvlies wordt dikker.
  • Ovulatie/eiersprong
  • De rijpe eicel komt vanaf de eierstok in
    de eileider terecht = vruchtbare periode.
  • Menstruatie
  • Wanneer er geen bevruchting plaatsvindt
    laat het baarmoederslijmvlies samen met bloed los.

Slide 12 - Slide

Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik.
Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dikst?
A
als de menstruatie een dag bezig is
B
direct na afloop van de menstruatie
C
enkele dagen voor de eisprong
D
enkele dagen na de eisprong

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Zet de zinnen over de bevruchting van een eicel in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een zaadcel ontmoet de eicel
Een eicel komt vrij uit de eierstok.
Een eicel komt in de eileider.
De kernen van de eicel en zaadcel smelten samen.

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide

De pil en het condoom zijn 2 van de meest gebruikte voorbehoedsmiddelen. Allebei beschermen ze tegen ongewenste zwangerschap. Welk voordeel heeft het gebruik van een condoom nog meer?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Wat gebeurt er bij innesteling?
A
Een bevruchte eicel begint zich te delen en wordt een bolletje cellen.
B
Een bolletje van delende cellen gaat vast zitten in het baarmoederslijmvlies.
C
Een bolletje van delende cellen reist naar de baarmoeder.
D
Een eicel wordt bevrucht door een zaadcel.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Bekijk de afbeelding en zet de juiste nummers bij de genoemde onderdelen.
Vruchtvliezen
Foetus
Vruchtwater
Navelstrengaders
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Is onderstaande beweringen juist of onjuist?
Medicijnen die een zwangere vrouw inneemt, kunnen bij de foetus terechtkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Hoe veel chromosomen heeft een voortplantingscel?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide