8.3 Stikstofkringloop dl2

8.3 Stikstofkringloop
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

8.3 Stikstofkringloop

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Herh. stikstofkringloop basis
- Stikstofkringloop uitbreiding & toepassing
- Oefenen
- Uitleg Eutrofiëring
- Exit ticket
- Opdrachten


Slide 2 - Slide

Veel mensen halen in de herfst bladeren uit hun tuin. 
Wat voor een effect heeft dit op de plantengroei? BINAS 93F
Centrale vraag

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 8.3
6. Je beschrijft de stikstofkringloop in een ecosysteem. 
7. Je noemt oorzaken van een stikstoftoename en stikstofafname in ecosystemen en licht de gevolgen daarvan toe. 

Slide 4 - Slide

Stikstofkringloop
Binas 93G

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

verder met de N-kringloop..

  • Op welke manier kunnen mensen de stikstofkringloop beïnvloeden?
  • Kunstmest, Eutrofiëring, Groenbemesting, Stikstofcrisis
  • & Binas in de vingers

Slide 7 - Slide

Bij gebrek aan O2
'Verstorende' routes bij gebrek aan zuurstof in de bodem:
- denitrificatie (NO3- --> N2)
- deammonificatie (NH3 --> N2)

Stikstof verdwijnt uit de bodem. Bodem wordt voedselarm.


Slide 8 - Slide

Stikstoffixatie
1. N2 (gas) kan gebonden worden door knolletjesbacterie (in wortelknollen). Planten kunnen deze NH3 dan weer gebruiken.

2. N2 (gas) kan neerslaan als stikstofoxiden door bliksem, verkeer en industrie. Stikstofoxiden vormen NO3- in de bodem die de planten weer gebruiken.



Slide 9 - Slide

Sommige planten hebben bij hun wortels knolletjes met stikstofbindende bacterie die N2 uit de lucht omzetten in ammonium NH4+
  • definitie monocultuur kennen
  • voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen

Slide 10 - Slide

Hoe werkt groenbemesting?

Slide 11 - Slide

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS 93F . 

De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.

anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
timer
3:00

Slide 12 - Slide

Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 13 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum

Slide 14 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in koeienpoep?
A
ureum
B
nitraat
C
eiwit

Slide 15 - Quiz

Waarom groeien planten beter door bemesting met koeienmest? (2p)

Slide 16 - Open question

Wat is groenbemesting?
A
Kunstmest strooien op het land
B
Natuurlijke mest strooien op het land
C
Bemesten door middel van knolletjesbacterien
D
Bemesten met groene planten

Slide 17 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
1. Boer spit de planten met knolletjesbacterie onder
2. Knolletjesbacterie bindt N2 uit de lucht en maakt NH4+ (ammonificatie)
3. Bacterie in bodem maakt nitraat
4. Gewas kan goed groeien door opname van nitraat
A
1-2-3-4
B
3-4-1-2
C
2-1-3-4

Slide 18 - Quiz

Eutrofiëring

Slide 19 - Slide

Eutrofiëring

Slide 20 - Slide

Leg uit hoe intensieve bemesting kan leiden tot eutrofiëring en massale vissterfte in een plas. Geef aan hoe algen, ondergedoken waterplanten en reducenten daarbij een rol spelen (4p)

Slide 21 - Open question

Veel mensen halen in de herfst bladeren uit hun tuin. 
Wat voor een effect heeft dit op de plantengroei? BINAS 93F
Exit ticket (3p)
timer
3:00

Slide 22 - Slide

Veel mensen halen in de herfst bladeren uit hun tuin. 
Wat voor een effect heeft dit op de plantengroei? BINAS 93G
Antwoord:
Het verwijderden van bladeren ( = dood organisch materiaal) zorgt voor minder rotting en nitrificatie (1p)

Gevolg is een lager stikstof/nitraatgehalte van de bodem (1p)

Nitraat is nodig voor aanmaak eiwitten/stikstofassimilatie, dus dit leidt tot minder de plantengroei in het voorjaar (1p). 



Slide 23 - Slide

Opdrachten (huiswerk)
Maak 8.3 opdr. 34 t/m 36 + 38

Slide 24 - Slide