Foutieve samentrekking H3e

H3e
docent
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3e
docent

Slide 1 - Slide

Telefoon in de telefoontas, leg NN en je schrift op tafel
Pak je leesboek...

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Foutieve samentrekking
blz 64

Slide 4 - Slide

LESDOELEN
  • Je weet wat een samentrekking is;
  • Je kunt de 3 regels opnoemen voor de samentrekking;
  • Je kunt een foutieve samentrekking herkennen;
  • Je kunt een foutieve samentrekking verbeteren.

Slide 5 - Slide

Wat is een samentrekking?

Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die meestal de tweede keer weglaten.         Dat heet samentrekking.
Een samentrekking wordt daarom ook wel weglating genoemd.

Slide 6 - Slide

Samentrekking
  • Komt voor bij samengestelde nevenschikkende zinnen
    (en, maar, want, dus, of)

Truus ging naar de stad en Truus kocht twee paar schoenen.

Truus ging naar de stad en kocht twee paar schoenen.
Weggelaten: Truus

Slide 7 - Slide

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
1a. Bij zinsontleding hetzelfde zinsdeel zijn (bv. onderwerp (O), lijdend voorwerp (LV) 

De fiets was afgeprijsd en heb ik toen gekocht.
Weggelaten: de fiets

Eerste deel: fiets = O
Tweede deel: fiets = LV   -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: De fiets was afgeprijsd en die heb ik toen gekocht.

Slide 8 - Slide

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
1b. Dezelfde woordsoort zijn (bv. hww / zww / bw )

Stefan heeft griep en daardoor het schoolfeest gemist.
Weggelaten: Stefan, heeft

Eerste deel: Stefan = znw / heeft = zww
Tweede deel: Stefan = znw  / heeft = hww  -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: Stefan heeft griep en heeft daardoor het schoolfeest gemist.

Slide 9 - Slide

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
2. Dezelfde betekenis hebben.

Mijn oma schonk thee in en daarna aandacht aan ons cadeau.
Weggelaten: mijn oma, schonk

Mijn oma -> in beide delen dezelfde betekenis, mag je dus weglaten in het tweede deel.
Schonk -> NIET dezelfde betekenis (inschenken, aandacht schenken)-> foutieve samentrekking!

Verbetering: Mijn oma schonk thee in en schonk daarna aandacht aan ons cadeau.

Slide 10 - Slide

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
3. Hetzelfde getal hebben.

Al zijn vrienden zijn bevorderd, alleen hij niet.
Weggelaten: is, bevorderd

Al zijn vrienden komt met het werkwoord 'zijn' -> meervoud
Terwijl in het tweede deel het enkelvoud 'is'  gebruikt moet worden -> je mag dus niks weglaten!

Verbetering: Al zijn vrienden zijn bevorderd, alleen hij is niet bevorderd

Slide 11 - Slide

De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 12 - Quiz

De cadeautjes stonden onder de trap en werden later uitgepakt.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 13 - Quiz

Zijn broek kostte tachtig euro, maar vind ik niet mooi.'
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 14 - Quiz

LESDOELEN
  • Je weet wat een samentrekking is;
  • Je kunt de 3 regels opnoemen voor de samentrekking;
  • Je kunt een foutieve samentrekking herkennen;
  • Je kunt een foutieve samentrekking verbeteren.

H2, blz. 64/65 maken opdracht 1, 2 en 3

Slide 15 - Slide